Menu

Het Intermutualistisch Agentschap bundelt informatie van alle ziekenfondsen in België. In een rapport van 2019 koppelen zij een gezondheidsindicator (op basis van administratieve gegevens vanuit de ziekte-en invalideitsverzekering) aan een sociale stratificatie, gebaseerd op belastingsstatistieken op het niveau van de woonplaats.

Het antwoord op ‘wanneer stoppen met screenen’ lijkt eenvoudig: als de kans om de volgende tien jaar te sterven groter is dan de som van de verwachte screeningsvoordelen. Maar ouderen hebben een zeer verschillende conditie en levensverwachting, zodat het voorgaande rekensommetje niet zo makkelijk te maken is.

De zesde Gezondheidsenquête werd in 2018 uitgevoerd in opdracht van alle ministers met een bevoegdheid op het domein van volksgezondheid (federaal en op het niveau van gewesten en gemeenschappen). Doordat gezondheidsenquêtes herhaaldelijk worden uitgevoerd bij een representatieve steekproef van de bevolking en met een uniforme methodiek, is dit een nuttig instrument om de gezondheidstoestand en de levenskwaliteit van de algemene bevolking en de risicofactoren voor de gezondheid op te volgen.

Wereldwijd is 18% van de kankersterfte het gevolg van longkanker. Wie de diagnose te horen krijgt, heeft amper 15% kans om na vijf jaar nog in leven te zijn. Deze lage overlevingscijfers houden onder andere verband met een laattijdige diagnose. Het lijkt dan ook logisch om risicopersonen, zoals intensieve (ex-)rokers, regelmatig te screenen (via een lage dosis CT-scan) op de aanwezigheid van groeiende longnodules om zo longkanker te ontdekken in een behandelbaar stadium.

De epidemie van het coronavirus houdt het land in zijn ban. We staan machteloos op het individuele vlak: geen geneesmiddel en geen vaccin. Dan blijft er niets anders over dan beschermende maatregelen te nemen om de verspreiding zoveel mogelijk tegen te gaan, in de hoop dat de meest kwetsbare personen behoed worden voor een infectie. Hopelijk kunnen velen de dans ontspringen om na het uitdoven van de epidemie terug de gewone draad van het leven op te nemen.

Tot nu toe is de behandeling van griep erg rechtlijnig: personen met een zwakke gezondheid vaccineren vooraleer het griepseizoen zich aandient en de anderen met Nieuwjaar een goede gezondheid toewensen.

Het begin van de lockdown voelde even als wittebroodsweken. Plots waren telefonische contacten (eindelijk) een volwaardige medische handeling, met de zegen van de Orde van Artsen en terugbetaling via het Riziv. De telefonische selecte van patiënten zorgde voor een veel rustiger verloop van raadplegingen, wat een relaxte meevaller was voor de gemoedsrust van de arts. De meeste patiënten begrepen ook dat zomaar bij de praktijk binnenwippen niet meer aan de orde was. Dat alles maakte ons professioneel leven rustiger en soms te rustig...

De coronaperikelen zijn nog steeds merkbaar in de praktijk. Het jojobeleid, met op- en neergaande verstrengingen en versoepelingen, vormt geen stevige bodem voor de zorgcontinuïteit in de eerste lijn.

Sommige ziekten krijgen voortdurend nieuwe namen. Denk aan de benamingen venerische ziekten en geslachtsziekten die via een tussenstadium van genito-urinaire aandoeningen overgingen in seksueel overdraagbare aandoeningen of soa’s. Het blijven beklijvende infectieziekten die nooit zullen verdwijnen. Want als we daarin lukken, vervalt ook de seksuele overdracht van ‘het leven’, dat zonder onbeschermde seks ten dode is opgeschreven.

De slogan ‘Blijf in uw kot’ van onze federale minister van Volksgezondheid had een dwingend, radicaal effect op de hele bevolking: iedereen kroop in zijn of haar schulp. Zelfs aanhoudende lichamelijke klachten waren voor velen geen reden om de dokter te contacteren.