Menu

Meer dan 20 jaar geleden was navorming niet alleen een bekommernis; het was de aanleiding om de WVVH op te richten. Vandaag, méér dan ooit blijft de boodschap van Fons Van Orshoven aktueel: als HA zien we onze patiënten in een véél breder kader dan zijn ziekte zoals beschreven in de veelal specialistisch geïnspireerde handboeken.

Moment van bezinning: hoe wordt de WVVH gezien? Nog steeds als een bovenpool boven de huisartsen te velde of eerder als een service-organisatie ten dienste van diezelfde huisartsen?

In de recente Koninklijke Besluiten binnen het kader van de regeringsvolmachten komt een zinnetje voor dat de eerste stappen naar echelonnering van de gezondheidszorg aankondigt. Hoewel het slechts om een intentieverklaring gaat zonder konkrete voorstellen, is het een merkwaardig en belangrijk feit.

Het is mij niet bekend hoelang men reeds spreekt over de (re)valorisatie van de huisartsgeneeskunde en de eerstelijnsgezondheidszorg.

Bij de recente besparingsmaatregelen zijn er voor de zoveelste maal geen rechtstreekse initiatieven terug te vinden die een bevordering van de eerstelijnsgezondheidszorg mogelijk maken.

Oog in oog met het besparingsplan moeten mij enkele bedenkingen van het hart.

Het kan een trekje van mijn slechte karakter zijn om af en toe wat stenen in de kikkerpoel te gooien maar in ieder geval kon ik het niet laten het decembernummer (245) ’83 van Test-Aankoop anders te bekijken dan ik tot dan toe gewoon was.

We onderscheiden in dit verband twee partners, die bijzonder veel met mekaar te maken hebben, zowel wat hun herkomst aangaat als wat hun doelstellingen betreft. Aan de ene kant de universitaire HA-centra en aan de andere kant de WVVH.

Pas afgestudeerde artsen die erkend huisarts wensen te worden moeten, volgens het MB van 15.12.82, naast het volgen van specifiek huisartsenonderricht, tevens 50 uur per jaar, gedurende 2 jaar deelnemen aan groepsbijeenkomsten (seminaria) waar zij onder leiding van een stagemeester-moderator praktijkproblemen dienen te bespreken.

De huisarts als spilfiguur in een niet-verzuilde «eerste lijn».