Menu

Het is weer even stil op het verbintenissenfront. Naar buiten althans. Na de eerste luidruchtige standpuntinname in het vooruitzicht van de eindejaarsaanpassing gaat binnenskamers het aftasten, het positie kiezen en het marchanderen door.

Spreken over «beleid» impliceert dat er een beleid bestààt, dat er beleidsvoering is. Dat er een koers gevaren wordt in de richting van een bepaald doel. En laat ons nu net een keertje te vaak verweten worden dat de WVVH een beleid ontbeert, dat er geen beleidsvoering is. Dit is een onterecht verwijt.

In een onlangs verschenen dagbladartikel pleitte de voorzitter van de vereniging van Nederlandstalige gynekologen van België voor een kwaliteitsverbetering van de verloskunde.

Het verslag van het symposium n.a.v. het zilveren jubileum van de vereniging van gynekologen, zet mij aan tot een aantal bedenkingen.

Voor de Wetenschappelijke Vereniging is de bezorgdheid rond «Jongerenwerking» een vaststaande prioriteit anno ’84-’85.

Vrije keuze van een arts is in onze gezondheidszorg een heilig principe.

Navorming voor de Vlaamse huisarts was ooit de ontstaansreden van de W.V.V.H. en is nog steeds het credo van de vereniging.

Thuisgezondheidszorg (TGZ) als ideeëngoed geraakt meer en meer verspreid. Samenwerking is immers noodzakelijk wanneer men patiënten, die vrij intensieve zorgen nodig hebben, in een eigen vertrouwd milieu wil blijven behouden.

De viering van twintig jaar bestaan voorbij bezint de WVVH zich best over haar opdracht in de nabije toekomst, zonder daarbij haar voldoende vaak omschreven doel uit het oog te verliezen.

Dit jaar start de dienst Intensieve Zorgen UIA in samenwerking met het UIA-Huisartseninstituut met een kursus urgentiegeneeskunde. Het volgen van de cyclus geeft aanleiding tot een certifikaat.