Menu

Zomer ’98. Een niet-geregistreerde patiënt belt voor een attest van werkonbekwaamheid, omdat ze met de griep zit. Vier dagen hoge koorts, tegen de veertig, en zij is van wacht, zodat een collega moet overnemen. Wat zou u doen, als zij internist is in een groot Antwerps ziekenhuis?

Marianne heeft haar kinderen over een periode van vijftien jaar gekregen en kan zo goed inschatten wat er veranderde in onze aanpak. Ook heeft ze altijd heel bewust gekozen voor borstvoeding, in gemakkelijke en in moeilijkere momenten, en dit op een gedreven manier.

Een beetje gêne bij de patiënte en de huisarts: controle van de borsten, maar het moet gebeuren. Ze willen met enige fierheid getoond worden, maar er is meer aan de hand dan ik als mannelijk arts ooit kan begrijpen. Ondanks de vele jaren geboeid luisteren, kijken en voelen, kan of zal ik nooit een ervaringsdeskundige worden. Hoogstens een deskundige.

Het kon niet op die leeftijd, volgens de evidentie, maar kennelijk toch wel. Waarom had ik niet verder gegraven in de diagnostische kuilen? En hoe kon het dat een andere arts, wiens methoden ik niet volgde en eigenlijk ook een beetje minachtte, toch de juiste reflex had?

Had ik deze patiënt beter moeten volgen? Was ik niet te kort aan de telefoon geweest? Waren er signalen die ik niet had gezien…? Huisartsen worden vaak verteerd door schuldgevoelens, maar of hun aandeel zo groot is in het menselijk lijden, is nog maar de vraag.

l decennialang worden antimicrobiële middelen gebruikt om infectieziekten te voorkomen en te behandelen. Het gebruik hiervan heeft zonder twijfel bijgedragen tot een verbetering in gezondheid, maar gaat ook gepaard met een stijgende prevalentie van micro-organismen die resistentie hebben verworven. Tussen het gebruik van deze antimicrobiële middelen en de prevalentie van micro-organismen die resistent zijn aan deze stoffen, is een causaal verband aangetoond.

We kennen allemaal beelden uit reportages van kinderen in precaire situaties. Kinderen die met natte ogen onbegrijpelijk staren in de camera, terwijl volwassenen het nodig vinden hun wereld aan flarden te schieten. Plots zit dit televisiekind starend voor je. Een kippenvelmoment van een vervelende orde.

Het herkennen en oplossen van een eigenaardig gezondheidsprobleem is met verve een van de allerleukste medische handelingen. Misschien omdat het iets heeft van magie, of van toveren. De almacht van de arts die een dramatische ommekeer kan teweegbrengen met spuit en naald… Het omhult de arts met een mystieke halo, waar verering soms niet veraf is.

‘Bedankt voor alles wat ge voor mij gedaan hebt.’ En ze knikt. Dat doe ik ook, als een afgesproken teken. Dat dit haar laatste woorden zijn, raakt me zo diep als enigszins kan, op de drempel van het einde. Op de drempel van de eeuwige stilte.

Ethiek, het is niet overal hetzelfde, want normen verschillen. Mogen we onze normen opleggen in deze multiculturele maatschappij? Of moeten we aanvaarden dat de wensen van een andere cultuur grensoverschrijdend zijn?