Menu

Tien jaar na de invoering van het zorgtraject chronische nierinsufficiëntie (CNI) wordt de meerwaarde hiervan openlijk in vraag gesteld. Huisartsen voelen zich niet de spilfiguur in dit traject en wijzen op het gebrek aan eenduidige concrete beschrijvingen die weergeven hoe de samenwerkingsvorm met specialisten en patiënten gerealiseerd kan worden.

Er zijn tal van onderzoeken, meta-analyses, systemische reviews en richtlijnen die de zin van echografische screening naar abdominaal aorta-aneurysma aantonen. Toch blijft er weerstand tegen het uitvoeren van een preventief onderzoek bij asymptomatische patiënten.

Sofie is een van de drie mensen uit mijn kennissenkring die in maart 2020 een ‘milde’ COVID-19 kregen en waarover hun wanhopige familie begin mei 2020 me om raad vroeg, omdat ze nog steeds ziek waren met zeer ernstige mentale en lichamelijke klachten.

Net zoals andere chronische aandoeningen duidt de onderbehandeling van osteoporose op systemische fouten in de organisatie van de zorg. Een geïntegreerde en gepersonaliseerde aanpak zou ook hier veel leed kunnen voorkomen.

Moet de abortustermijn versoepeld worden van 12 naar 18 weken zwangerschap? Voor de meest kwetsbare groep vrouwen zou dit de nazorg kunnen verbeteren.

Meer kennis over de werking van de psychotherapeuten zou huisartsen kunnen aanzetten meer te verwijzen. Een kennismaking via de kringen of LOK-groepen kan hierin een eerste stap zijn.

De ‘Compassionate Cities’ willen weg van de individuele aanpak om met rouw en verlies om te gaan. Deze steden, gemeenten of gemeenschappen organiseren lokale opvang voor inwoners die het wat moeilijker hebben. Hoe kunnen huisartsen en eerstelijnszones hierin mee ondersteunen?

Levensstijlgeneeskunde mag een evenwaardige plaats krijgen in het voorkomen en stabiliseren van chronische aandoeningen. Eenvoudige levensstijlaanpassingen kunnen de levenskwaliteit verbeteren.

Kan een patiënt rechtstreeks naar de kinesitherapeut gaan? En zo ja, in welke gevallen? De Federale Raad voor de Kinesitherapie stelde hierover reeds in 2015 een advies voor.

Het begrip ‘alternatieve geneeswijze’ is geboren vooraleer het tijdperk van de Evidence Based Medicine (EBM) was aangebroken (1996). In de pre-EBM-tijden bepaalde de Commissie voor humane geneesmiddelen (professoren) welke geneeswijzen in het therapeutische arsenaal terechtkwamen.