Menu
Geavanceerd zoeken

Hypothermie bij ouderen is een niet te onderschatten symptoom. Het kan een onschuldige oorzaak hebben, maar ernstigere aandoeningen kunnen ook aan de basis liggen. Belangrijk bij bejaarde patiënten is de vraag over het al dan niet ambulant behandelen.

Is de intuïtieve inschatting van de huisarts voldoende om zijn kwetsbare ouderen te identificeren of is hiervoor een gevalideerd screeningsinstrument noodzakelijk? Dit werd onderzocht in de eigen praktijk, waarbij ook instrumenten en een sjabloon voor zorgoverleg werden ontwikkeld.

Interventies gebaseerd op de componenten van het Chronic Care Model leiden tot een betere kwaliteit van de diabeteszorg. Dit blijkt ook uit dit onderzoek, maar er was nog ruimte voor verbetering, vooral wat de screening naar complicaties betreft.

Leefloners stellen frequenter medische hulp uit wegens financiële redenen dan de globale Antwerpse populatie. Bovendien hebben zij minder vaak een vaste huisarts. Dit blijkt uit een bevraging op basis van de gegevens uit de Gezondheidsenquête van het OCMW Antwerpen en de Stad Antwerpen.

We staan in België voor een historisch beslissingsmoment: we kunnen ofwel de uitdaging aangaan en een wetenschappelijk, ethisch, huisartsgedreven managementmodel ontwikkelen of we kunnen de exponentiële toename van administratieve reglementeringen blijven ondergaan.

Ziekten zoals diabetes verplichten ons om onze concepten te herzien en af te stappen van zowel de louter 'verticale' ziektegerichte aanpak als de louter 'horizontale' aanpak. We moeten komen tot een geïntegreerde aanpak die zowel kwaliteitsgericht als patiëntengericht is.

Chronische aandoeningen zullen een volgehouden inspanning vragen gedurende vele decennia. Een horizontale, geïntegreerde en doelgerichte eerstelijnszorg waarin de zieke en niet de ziekte centraal staat, biedt het beste toekomstperspectief.

Nederland screent om de vijf jaar naar baarmoederhalskanker, met betere resultaten, omdat de coverage hoger ligt. Wij screenen dus veel te vaak een te kleine groep, met minder goede resultaten.

De laatste vijftien jaar worden huisartsen met steeds complexere zorgsituaties geconfronteerd. Deze complexiteit eist samenwerking met andere disciplines en nieuwe samenwerkingsmodellen op praktijkniveau. Maar kan de organisatie van de huisartsgeneeskunde zoals die nu is, deze veranderingen al aan?

Het ‘pluis/niet-pluis’-gevoel is een substantieel onderdeel van het diagnostisch denken van (huis)artsen en is goed verklaarbaar op basis van duale theorieën over denken en beslissen. Neurowetenschappelijke onderzoeksresultaten bevestigen de rol van emoties in beslisprocessen. Het ‘pluis/nietpluis’-gevoel kan worden beschouwd als een derde diagnostisch spoor.