Menu
Geavanceerd zoeken

De vraag naar de bruikbaarheid en het gebruik van sociaal-wetenschappelijk onderzoek is één van de vele vragen die worden gesteld in het kader van de bredere discussie over de relatie tussen onderzoek en beleid.

Automatisatie in de huisartsenpraktijk is een moeilijk bespreekbaar item. Men moet immers eerst zijn eigen praktijkorganisatie doorlichten om precies te weten wat men wil automatiseren.

Het symposium “De Europese toekomst van de research in de eerste lijn” vond plaats in Beerse op 16 juni 1990 op initiatief van de Janssen Research Groep voor algemene practici. Het had tot doel huisartsen die geïnteresseerd zijn in onderzoek te confronteren met de nieuwe richtlijnen van de Europese Gemeenschap. Het invoeren van de Europese richtlijnen roept een aantal vragen op, waarop tijdens dit symposium getracht werd antwoorden te formuleren. Sprekers uit de academische wereld en de industrie en huisartsen uit België en Engeland stelden hun ervaringen en ideeën ter beschikking, onder...

Naar aanleiding van een recent rapport omtrent "Operation 1992" van de EEG leek het mij nuttig enige bedenkingen te formuleren omtrent de WVVH in een breder Europees perspectief.

Tot onze grote verwondering lazen wij in Huisarts Nu van 5 mei 1990 de basisstellingen voor een progressieve eerstelijnsgezondheidszorg én een oproep aan de progressieve huisartsen.

Wat bezielde deze dwarskijker (Huisarts Nu, nummer 4; noot van de redactie) om zo formeel, op het randje van arrogant, een aantal onjuiste stellingen te formuleren?

Wat doe je als je geconfronteerd wordt met een ongewone hoeveelheid onzin? Is het verstandig om de wartaal met argumenten te bestrijden of geef je de spreker/auteur dan teveel eer? Een dilemma waarvoor ik mij geplaatst zag toen ik de rubriek "Standpunten" onder ogen kreeg, geschreven door ene “dwarskijker" in de mei-editie van dit blad.

Een van mijn oudste en nog erg actieve patiënten is een koppige Vlaamse boer. Hij begon onlangs aan zijn 93ste levensjaar en is vast van plan om het daarbij niet te laten Wanneer ik er op maandelijks huisbezoek kom, telkens de eerste vrijdag, liefst tussen vijf en zes (dan is de pastoor gepasseerd en wordt het avondmaal niet gestoord), is het net of ik de Vlasschaard van Stijn Streuvels binnen stap.

Dit dunne boekje (slechts 32 bladzijden) bestaat uit twee delen: het eerste deel handelt over groeimonitoring en groeicurves, in het tweede wordt de training van gezondheidswerkers om de groeicurven te gebruiken, behandeld.

Het proefschrift van Thomas Oostendorp ter verkrijging van de graad van doctor, zal vooral de sterk in fysica geïntersseerde arts aanspreken. Het is zeker geen gemakkelijke lectuur. Wie zich onbehaaglijk voelt tussen diagrammen en wiskundige vergelijkingen, neemt dit boek beter niet ter hand.