Menu

Geconfronteerd met verschillende tienerzwangerschappen, besloot een groepspraktijk uit Gent een interventiestrategie uit te werken om deze (meestal)ongewenste zwangerschappen in de toekomst te voorkomen. In een eerste fase werd een enquête georganiseerd onder jongeren om een beter beeld te krijgen van hun kennis, attitudes en gedrag op het vlak van seksualiteit en anticonceptie. Hierin werd ook hun sociale achtergrond bevraagd. Zoals andere studies reeds aantoonden, bleek ook uit deze enquête dat vooral sociaal zwakkere jongeren meer risico lopen op een ongewenste zwangerschap.

Voor urineweginfecties bij niet-zwangere vrouwen worden acht verschillende producten voorgeschreven en varieert de therapieduur van één dag tot twaalf da­gen. Dat is de conclusie van een beperkt onderzoek bij een geselec­teerde groep huisartsen. Als de aanpak van artsen zo sterk varieert, stelt zich een kwaliteitsprobleem. Goed gecontroleerd onderzoek is daarom nodig om een "evidence based" beleid uit te bouwen, zo­wel op diagnostisch als op therapeutisch vlak.

Levertesten zijn bij Belgische artsen erg in trek. Toch hebben deze testen vaak een beperkte aantonende kracht; zeker bij een vage symptomatologie is de kans op een vals-positieve test reëel. In deze klinische les - door de jury van de GlaxoWellcome-prijs bekroond met een tweede plaats - tonen An De Sutter en Jan de Maeseneer in drie casussen aan dat een grondige anamnese, een klinisch onder­zoek en een beperkt aantal testen meestal voldoende zijn voor een verder beleid. De praktische beleidsvoorstellen bieden de huisarts bovendien een duidelijke leidraad.

Dit artikel is gebaseerd op een voordracht van prof. dr. J. De Maeseneer op de Derde Psyche-Somabijeenkomst van de Society for Psychomatic Medicine op 15 december 1995 te Gent. Het heeft niet de bedoeling een wetenschappelijk overzicht te geven van de huidige kennis rond het chronisch vermoeidheidssyndroom en/of myalgische encephalomyelitis (ME). De tekst wil meer een essayistische collage van reflecties brengen aan de hand van volgende vragen: wat is de functie van het naam-geven aan ziekten voor de geneeskunde als wetenschap en wat betekent dit benoemen voor de arts, patiënt en samenleving?

Dermatologische problemen komen frequent voor in de huisartsenpraktijk: zo'n 10 à 12% van de consultaties heeft hierop betrekking. Om bij te dragen tot een permanente na vorming op dit vlak, werd deze rubriek rond de diagnostiek van huid problemen opgestart. “Blaasjes aan de vingers” is intussen de elfde dermatologische vraagstelling in de reeks.

Dermatologische problemen komen frequent voor in de huisartsenpraktijk: zo'n 10 à 12% van de consultaties heeft hierop betrekking. Om bij te dragen tot een permanente navorming op dit vlak, werd deze rubriek rond de diagnostiek van huidproblemen opgestart. "Schil­fers in het haar" is intussen de tiende dermatologische vraagstelling in de reeks.

Dermatologische problemen komen frequent voor in de huisartsenpraktijk: zo'n 10 à 12% van de consultaties heeft hierop betrekking. Om bij te dragen tot een permanente navorming op dit vlak, werd deze rubriek rond de diagnostiek van huidproblemen opgestart. "Een sterk jeukende uitslag op de romp" is intussen de negende dermatologische vraagstelling in de reeks.

Dermatologische problemen komen frequent voor in de huisartsenpraktijk: zo’n 10 à 12% van de consultaties heeft hierop betrekking. Om bij te dragen tot een permanente navorming op dit vlak, werd deze rubriek rond de diagnostiek van huidproblemen opgestart. “Een rode plek op het onderbeen” is intussen de achtste dermatologische vraagstelling in de reeks.

Bij niet-zwangere en niet-menopauzale vrouwen is de dipstick een accurate methode om lage urineweginfecties vast te stellen. Bij een positief resultaat, dit wil zeggen wanneer leucocytesterose en nitriet of één van beiden positief zijn, is de diagnostische zekerheid zeer groot. Bij een negatief resultaat wordt een dipslide of kweek met kwantitatieve telling ("low count") aangeraden. De dipstick is minder geschikt om bacteriurie bij zwangere, asymptomatische vrouwen te voorspellen. Hier is urinekweek met kwantitatieve telling (“high count”) nog steeds het aangewezen meetinstrument. Heeft het...

In september publiceerden we het artikel "De eerstelijnsgezondheidszorg in België: een nog niet vervulde belofte" van prof. dr. J. De Maeseneer (Huisarts Nu 1995; 24: 262-266). Hierop kwam een reactie van dr. JJ. Mestdagh, die zich vooral vragen stelde bij het ontbreken van de plethora in de tekst. Prof. dr. J. De Maeseneer geeft hier nu een antwoord. Hij benadrukt dat Huisarts Nu een forum wil bieden voor verschillende, uiteenlopende meningen.