Menu

Acupunctuur wordt niet gebruikt in de huisartsgeneeskunde. Tenminste, geen enkele NHG-Standaard of Domus Medicaaanbeveling raadt het als behandelmethode aan. Met de beschikbare gegevens was dit waarschijnlijk het enige juiste standpunt. Nochtans zou dit in de nabije toekomst weleens kunnen veranderen. Bij regelmaat van de klok verschijnen er grote, goed opgezette interventiestudies in hoog aangeschreven medische tijdschriften die positieve resultaten tonen. Heet van de naald is dan ook de aanpassing van twee Cochrane-reviews in het voordeel van de acupunctuur.

Naar aanleiding van het artikel in Kort Nieuws over het effect van onafhankelijke artsenbezoeken (zie blz. 213) wordt hier Project Farmaka vzw, en meer bepaald het project Onafhankelijke Artsenbezoekers, verder besproken.

Na het verschijnen van de aanbeveling ‘Gebruik van medicatie bij urgenties’ kregen we van verschillende artsen vragen, suggesties en opmerkingen. Deze reacties geven aan dat de aanbeveling op een kritische manier wordt gelezen, wat de noodzakelijke voorwaarde is tot implementatie in de praktijk. In deze lezersbrief zullen we enkele punten verder toelichten waarover vragen of onduidelijkheid bestaan.

Het gebeurt niet zo vaak dat een tijdschrift zoals de Annals of Internal Medicine zoveel aandacht besteedt aan een mispublicatie. Waarover gaat het? In 2003 werd een RCT gepubliceerd die de gastro-intestinale tolerantie en de effectiviteit van naproxen versus rofecoxib onderzocht. De trial liep over drie maanden en er was een beperkte medicatiestop bij patiënten die rofecoxib gebruikten. Deze RCT werd gepubliceerd in de Annals of Internal Medicine en passeerde dus probleemloos de reviewers en de redactie.

Elke levensbeëindiging is een shock en zal nooit vanzelfsprekend zijn. Om artsen beter voor te bereiden en te leren omgaan met euthanasie is er een aanpassing van het leerprogramma nodig, maar ook een betere ondersteuning van en door collega’s.

Over de emotionele impact van euthanasie op artsen is nog weinig gekend. Dit kwalitatief onderzoek interviewde een aantal Nederlandse artsen, uit verschillende leeftijdsgroepen, over hun vaak tegenstrijdige gevoelens. Vooral oudere artsen beslisten op basis van hun ervaring terughoudender te zijn of zelfs geen euthanasie meer uit te voeren. Hun inzichten kunnen jongere artsen helpen om hun eigen noden en gevoelens beter te herkennen en duidelijker hun grenzen te stellen.

De lancering van de eerste Europese Antibioticadag door het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC, http://antibiotic.ecdc.europa.eu/) op 18 november van dit jaar toont aan dat de antimicrobiële resistentie nog steeds een prioriteit vormt voor de Europese Unie en haar lidstaten. Meer dan tien jaar geleden was ‘the microbial threat’ (de microbiële dreiging) de eerste van een reeks gesloten conferenties van de EU die microbiële resistentie tot een officieel thema van de EU maakten.

In de behandeling van virushepatitis en andere leveraandoeningen zijn vooral de beperkingen in de terugbetalingsregeling in België opvallend in vergelijking met de situatie in Nederland. Sommige producten die het hepatitis B-virus het krachtigste remmen en resistentievorming tegengaan, kunnen hier niet in de eerste lijn gebruikt worden. Ook voor de behandeling van hepatitis C moeten soms heel wat procedures gevolgd worden om terugbetaling te bekomen. De auteurs pleiten dan ook voor een herziening van deze regeling in ons land.

Dit editoriaal heeft niet de bedoeling om vraagtekens te plaatsen bij de aanbeveling ‘Depressie bij volwassenen’, integendeel. De aanbeveling op zich is een degelijk en prachtig werkstuk. Maar als huisarts mogen we niet voorbijgaan aan de intellectuele uitdaging om te reflecteren over de context waarin klachten en ziekten tot stand komen. Hiervoor is dit editoriaal een voorzet.

Op de ‘Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering: Obesitas bij kinderen’ (Huisarts Nu 2008;37(4):189-204) kwam een lezersreactie van de Vlaamse Wetenschappelijk Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg (VWVJ) en Eetexpert.be. Beide organisaties willen huisartsen stimuleren om aan de bestaande netwerken van gecoördineerde zorg deel te nemen en zo de toenemende eet- en gewichtsproblemen bij kinderen en jongeren efficiënt aan te pakken.