Menu

Vrijdag 27 en zaterdag 28 november 1992 worden belangrijke dagen voor de WVVH en de huisartsennavorming. De commissie navorming organiseert dan een congres voor alle huisartsen die bekommerd zijn en blijven om hun navorming en deze van hun collega’s. Het laatste decennium is er binnen het opleidingscontinuüm voor huisartsen langzaam maar zeker een verschuiving opgetreden. Vooral de uitbouw en de evolutie van de beroepsopleiding leidden tot een heroriëntering van de basisopleiding en de navorming.

We leven in een technologische maatschappij, in het tijdperk van de informatie. Dat hoeven we u niet meer te vertellen.

Artsen in het algemeen en huisartsen in het bijzonder zijn, zo wordt gezegd, individualisten.

Voor diegenen die het nog niet zouden weten is het experiment in verband met het Centraal Medisch Dossier (CMD) van de ex-minister van sociale voorzorg nu een feit. De meeste "week"- of laat ons maar zeggen “dag "-bladen voor huisartsen wijden er telkenmale nog één of ander artikel aan. Nog even in het kort het voorgestelde scenario: alle huisartsen en mutualiteiten worden aangeschreven om aan het experiment deel te nemen. De patiëntenpopulatie wordt op zijn beurt door de mutualiteit langs allerhande kanalen en slogans aangemoedigd tot deelname.

Als regelmatig lezer van uw rubriek Dwarskijker, meen ik na vanavond ook even te moeten dwarskijken.

Ja, wij waren er ook! Wij en een honderdtal Vlaamse huisartsen al dan niet van hun partners vergezeld.

Van de hand van Patrick Verdonck, ondervoorzitter van de WVVH, las ik recent het editoriaal in Huisarts Nu, jaargang 20, nr. 9 van 5 november 1991, met als titel “De huisarts overspoeld!"

Aan de redactie van Huisarts Nu Geachte Collegae, Met zeer veel interesse hebben wij het artikel "De Orthopedische Geneeskunde en de Eerste Lijn", Huisarts Nu 9, november 1991, blz. 415-423 gelezen.

Vele hedendaagse westerse ziekten houden verband met levensstijl en vormen van samenleven. De woning vormt hierbij een van de huiden die ons beschermen. Ze functioneert als grens tussen binnen- en buitenwereld, zowel in fysische als in sociale zin. Om de gezondheid van zijn patiënten optimaal te kunnen begeleiden, heeft de arts hier best oog voor en speelt hij hierop in.

WVVH, VHNI, lokale kringen en academische centra zijn duidelijk de hoofdrolspelers. Maar ook de overheid wil zijn zegje hebben, en zowel vanuit de gezondheidsadministratie als vanuit de nationale en regionale kabinetten komen duidelijke signalen.