Menu

Wat bezielde deze dwarskijker (Huisarts Nu, nummer 4; noot van de redactie) om zo formeel, op het randje van arrogant, een aantal onjuiste stellingen te formuleren?

Wat doe je als je geconfronteerd wordt met een ongewone hoeveelheid onzin? Is het verstandig om de wartaal met argumenten te bestrijden of geef je de spreker/auteur dan teveel eer? Een dilemma waarvoor ik mij geplaatst zag toen ik de rubriek "Standpunten" onder ogen kreeg, geschreven door ene “dwarskijker" in de mei-editie van dit blad.

Een van mijn oudste en nog erg actieve patiënten is een koppige Vlaamse boer. Hij begon onlangs aan zijn 93ste levensjaar en is vast van plan om het daarbij niet te laten Wanneer ik er op maandelijks huisbezoek kom, telkens de eerste vrijdag, liefst tussen vijf en zes (dan is de pastoor gepasseerd en wordt het avondmaal niet gestoord), is het net of ik de Vlasschaard van Stijn Streuvels binnen stap.

Reeds sinds haar oprichting houdt de Centrale Raad van de Vereniging tijdens de hooimaand even halt om zich te bezinnen over het voorbije en over de toekomst.

Het editoriaal verschenen in Huisarts Nu nummer 4 van 5 mei 1990, met als titel “Het Medisch Dossier: een pleidooi” van de hand van collega Patrick Verdonck, recent verkozen tot mede-voorzitter van de WVVH — functie die hij door jaren hard werken in en voor de WVVH verdient en waarvoor wij hem van harte feliciteren — genoot onze volle aandacht.

De fenomenen geboren worden en sterven doen zich voor aan andermans bewustzijn en ontrekken zich paradoxalerwijze aan het bewustzijn van hen die het ondergaan; dit geldt vooral voor de overgangen: leven dat overgaat in (naar) de dood; zaadcel en eicel die overgaan tot leven.

De geneeskundige wereld is er gedurende jaren in geslaagd, rond de abortusproblematiek, met een zekere handigheid tot immobilisatie van de rechtspraak toe, de bal te leggen in het kamp van de wetgever.

In december ‘89, ten tijde van het redactieweekend van Huisarts Nu, werd bij de globale evaluatie van de voorbije twee jaar vastgesteld dat er eigenlijk relatief weinig reacties onder de vorm van lezersbrieven binnen liepen.

Bijna drie jaar geleden startte binnen de Commissie Navorming van de WVVH een denkgroep die zich tot doel stelde "het werkterrein van de toekomstige huisarts uit het jaar 2000 op een systematische wijze te beschrijven."

Als werkend lid van de WVVH moet ik ten zeerste mijn afkeuring laten blijken over het laatste nummer van "Huisarts Nu", tijdschrift waarvan u verantwoordelijk uitgever bent.