Menu

Een tijd geleden mocht ik Vera, een dame van 63 jaar, ontvangen tijdens een van mijn consultaties. Een routine bloedonderzoek bracht een te hoge cholesterol aan het licht: totaalcholesterol 311 mg/dL en LDL-cholesterol 212 mg/dL. Bovendien heeft Vera licht overgewicht, BMI= 27,5.

Ghislain is een klassieke Franse voornaam met Germaanse roots. Het betekent ‘speer’ en daar heeft deze patiënt ook iets van weg: ranke verschijning, ondanks zijn 74 jaar, die zich door het leven spietst, altijd gehaast, te voet of op zijn elektrische fiets de lucht doorklievend.

Mevrouw Ozman is afkomstig van Turkije en komt zuchtend en steunend mijn werkkamer binnen, gevolgd door een van haar dochters. Ze draagt een mondmasker dat maar half over haar mond zit.

Madame Van Daele wil zo genoemd worden, op zijn Frans, met de naam van haar echtgenoot, niet die van haar. Geen frivoliteiten of intimiteiten met voornamen in de medische relatie.

Ik rij naar een klein rijhuis in een wijk vol arbeiderswoningen. De deur staat wagenwijd open: een walm van wierrook en wiet slaat in mijn gezicht. Een jongeman komt net de trap afgestrompeld, met holle ogen kijkt hij me aan: “Ah de dokter, kom maar binnen. Mijn moeder is boven, er is iets niet goed met haar.”

Ouders als chronische patiënt, opa’s jong gegaan en een leeftijdsgenoot begraven: dat doet iets met een mens, denk ik dan. Zo ook met Alex; hij is nogal van het angstige type en komt vaak op consultatie met veel verwachtingen over de ‘maakbare’ geneeskunst.

Mijn agenda vertelt me dat de volgende patiënte komt voor ‘messteken in het hart, waardoor nog dagelijks pijn’. De verpleegkundige heeft haar al gezien en naar mij doorverwezen.

Ik heb het niet zo voor patiëntenstop. Ik vind het niet ethisch om patiënten te weigeren en vooral het verhindert om nieuwe leuke mensen in je patiënteel te verwelkomen.

Op dinsdagochtend, tijdens de consultaties in het asielzoekerscentrum, ontmoet ik Brahim. In zijn dossier lees ik dat hij tijdens zijn vluchtroute van Noord-­Afrika naar België van een hoge muur is gesprongen en daarbij een van zijn ruggenwervels heeft gebroken.

Sjarel is één van de weinige patiënten die ik al kende voor ik mijn studies geneeskunde startte. Ooit was hij als kind mijn buur, in de stad waar mijn wieg stond. Later werd hij mijn mentor voor en bij de aanvang van de zeven jaren aan de unief. Het was niet alleen de anatomie en fysiologie die we deelden, maar ook voetbal. Elk jaar gingen we een paar keer naar de Rode Duivels kijken, toen nog een bescheiden clubje.