Menu

Ieder organisme heeft zijn ‘eigenzinnige goede redenen’ om op een bepaalde manier te reageren. Iedere reactie is ook uniek. Maar disfunctioneel lijkend probleemgedrag kan in een andere context begrijpelijk worden. Mits sensitieve afstemming kan een arts aan het gedrag van zijn patiënt een zinvolle betekenis geven en hem zo motiveren om zijn probleem aan te pakken. Nochtans kan het – vaak zelfs – voorkomen dat de achterliggende problematiek te ernstig en te complex is om in de context van een huisartsenpraktijk op te lossen.

Eén op twee patiënten die hun huisarts bezoeken, heeft te maken met een chronische aandoening waaraan hijzelf of een familielid lijdt. Deze onthutsende vaststelling zet onze overheid aan om ingrijpende maatregelen te nemen op gebied van tussenkomsten en kwaliteit van zorg. Maar welke impact hebben chronische ziekten eigenlijk? Hoe definiëren we een chronische ziekte? Wie is chronisch ziek? En wie kent het label ‘chronisch’ toe? En ten slotte: waarmee moet de overheid rekening houden bij het bepalen van tegemoetkomingen aan deze groep patiënten?

Is euthanasie een medische handeling? Een positief antwoord op deze vraag zou betekenen dat iedere arts die in ziekenhuisverband een verzoek tot euthanasie inwilligt en daarbij de door de wet voorgeschreven zorgvuldigheidscriteria respecteert, niet meer kan worden ontslagen. Een belangrijke consequentie dus voor zowel arts als patiënt. Deze studie onderzocht de kwestie.

Seksueel overdraagbare infecties (SOI’s) zijn weer in opmars. Ondanks de herhaalde boodschappen voor veilige seks in de media en via andere kanalen, is er een verontrustende toename van HIV, chlamydia, syfilis en andere SOI’s. De zorgverlener die (vaak exclusief) de meeste SOI-risicopersonen ziet, is de huisarts. Hij is dus bijgevolg het best geplaatst om bij zijn patiënten gezond seksueel gedrag te stimuleren. Nochtans blijkt hij het dikwijls moeilijk te hebben om seksuele problematiek bij zijn patiënten aan te kaarten. Deze studie tracht de barrières te identificeren die een goede SOI...

Medical shopping is in. Steeds meer patiënten bezoeken willekeurig en systematisch verschillende artsen en/of ziekenhuizen. Maar wat zijn de gevolgen hiervan voor het prijskaartje van de gezondheidszorg? Deze studie onderzocht op basis van een steekproef van 4 800 patiënten uit twee regio’s (Aalst en Luik), of er een verband bestaat tussen zorgcontinuïteit (trouw aan één huisarts) en totale kostprijs van de medische zorgverlening.

Het verhaal dat de patiënt of diens familie aanbrengt, strookt niet altijd met de ware toedracht van het (achterliggende) probleem. Redenen hiervoor zijn divers: gebrekkige kennis, ontkende emoties, verborgen motieven enzovoort. Om dan te kunnen achterhalen wat er echt aan de hand is, moet de arts een dieper gravende en meer confronterende vorm van empathie toepassen. Dit derde artikel uit de reeks over het empathische gesprek schetst aan de hand van praktische voorbeelden wat dit niveau van empathie precies inhoudt.

Uit de literatuur blijkt dat artsen te weinig rekening houden met de werksituatie van hun patiënten. Nochtans hebben beroepsfactoren een belangrijk aandeel in het ontstaan van morbiditeit en mortaliteit. Een groepspraktijk Geneeskunde voor het Volk (GVHV) te Zelzate ging na of haar artsen effectief aandacht hebben voor de werkomstandigheden van hun patiënten. Een opvallende vaststelling is dat 22 % van de geregistreerde beroepen niet meer actueel was. Dit geeft al meteen aan dat een éénmalige beroepsanamnese niet volstaat.

In de vorige artikels werd de lezer wegwijs gemaakt in achtereenvolgens de ontwikkeling van een PICO bij een klinisch probleem, de trapsgewijze elektronische zoektocht naar bruikbare literatuur en ten slotte de kritische beoordeling van de opbrengst ervan. Hierbij hebben de auteurs getracht de nodige theoretische basis of achtergrond aan te dragen om de verschillende stappen gemakkelijk te kunnen volgen en de nodige vaardigheden in te oefenen. Dit laatste artikel van de reeks toont waarmee de huisarts rekening moet houden wanneer hij de gevonden evidentie wil toepassen op de individuele...

De palliatieve zorgverlening hecht uitermate veel belang aan een optimale pijn- en symptoomcontrole. Wanneer orale of rectale toediening niet meer mogelijk is, gebruiken vele Vlaamse palliatieve eenheden en netwerken de Graseby MS 26 spuitdrijver. Voor de aanleg ervan bestaan echter geen standaardprocedures. Dit onderzoek wilde via participerende observatie nagaan hoe de aanleg van deze spuitdrijver nu verloopt en van daaruit een aanbeveling opstellen om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.

Dit project registreerde in een groepspraktijk te Deurne bij Antwerpen de beroepsanamnese van haar werkende patiënten en ging na of de arbeidsomstandigheden een mogelijke invloed hebben op hun aanmeldingsklacht. Uit de resultaten blijkt dat iedere patiënt was blootgesteld aan gemiddeld meer dan één beroepsgebonden gezondheidsrisico. Er werd bij een groot aantal patiënten bovendien een verband vermoed tussen deze risico’s en de aanmeldingsklacht.