Menu

Lopen huisartsen meer kans op een symptomatische infectie dan hun patiënten? Het lijkt logisch, en toch hebben we de indruk van niet. Deze studie vergeleek de incidentiegraad van bovenste luchtweginfecties bij huisartsen en patiënten. Uit de resultaten blijkt dat huisartsen, door het veelvuldige contact met hun patiënten, sneller een hoge graad van immuniteit opbouwen. Ook regelmatige sportbeoefening zou de vatbaarheid verminderen.

Deze studie onderzocht of er een verschil bestaat in cardiovasculaire prognose tussen patiënten met wittejashypertensie en patiënten met constante hypertensie. Daarnaast ging ze na of de bloeddruk die in de spreekkamer wordt gemeten een andere prognostische betekenis heeft dan de bloeddruk die ambulant wordt gemeten. De resultaten tonen alvast aan dat ambulante bloeddrukname overdag een betere voorspeller is van majeure cardiovasculaire incidenten.

We krijgen soms patiënten over de vloer bij wie we, ondanks onze inspanningen, geen verbetering zien. We identificeren ze als veelklagers en tijdrovers. Vaak beschouwen we ze zelfs als ‘uitbehandeld’. Maar zijn ze dat wel echt? Misschien miskennen we de diagnose van CVS? Naar aanleiding van zo’n ‘clinical incident’ in een huisartsengroepspraktijk in Deurne (Antwerpen), namen een aantal praktijkartsen het initiatief om een praktijkproject op te zetten. Uit hun literatuurstudie komt naar voor dat cognitieve gedragstherapie (CGT) en progressieve fysieke oefentherapie een bewezen effect hebben in...

De toenemende bacteriële resistentie en het veelvuldig en onjuist gebruik van antibiotica waren voor doctorandus Samuel Coenen de aanleiding voor interventieonderzoek om het voorschrijven van antibiotica door huisartsen terug te dringen bij patiënten met hoestklachten. De neerslag ervan lezen we in zijn proefschrift ‘Antibiotics for coughing in general practice: exploring, describing and optimising prescribing’. Het wordt hier becommentarieerd door Geert-Jan Dinant, hoogleraar Klinisch Wetenschappelijk Onderzoek in de Huisartsgeneeskunde aan de capaciteitsgroep Huisartsgeneeskunde van de...

In welke mate bepalen kenmerken van patiënt, arts en raadpleging de duur van de consultatie? Dit was het uitgangspunt van een cross-sectionele studie in zes Europese landen. Het land waar de huisarts werkt en de individuele verschillen tussen huisartsen blijken belangrijke determinanten te zijn voor de duur van de consultatie. Ook psychosociale problemen en de perceptie ervan door arts en patiënt beïnvloeden de lengte van een consultatie aanzienlijk. Naarmate hun patiënt ouder wordt, besteden artsen meer tijd aan de consultatie. En huisartsen in een plattelandspraktijk blijken doorgaans minder...

Als patiënten hoesten, oorpijn en keelpijn hebben, consulteren ze meestal een huisarts. Voor deze goedaardige respiratoire symptomen krijgen ze bovendien vaak een antibioticum voorgeschreven. Als we het antibioticagebruik in Europa via interventie willen optimaliseren, dan moeten we onder meer weten hoe patiënten denken over deze luchtwegsymptomen en antibioticagebruik. Hiertoe hielden de auteurs een enquête in vier Belgische, Britse en Nederlandse huisartsenpraktijken. Het hoge antibioticagebruik in België, in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk en Nederland, kan deels verklaard worden...

Zijn de kosten van preventieprogramma’s in verhouding tot de effecten op de gezondheid? Wordt het geld van nieuwe interventies voor een ziektebeeld, efficiënt gebruikt? En is een behandeling met bewezen werkzaamheid ook werkelijk effectief? Over deze en andere vragen buigen gezondheidseconomen zich. Het instrument waarmee zij hierop een antwoord willen vinden, is de ‘gezondheidseconomische evaluatie’. Dit artikel belicht de principes ervan en besteedt vooral aandacht aan de gezondheidseconomische evaluatie van preventie. (ML)

In het eerste artikel van deze reeks hebben we getoond hoe een klinisch probleem uit de praktijk wordt vertaald in een bibliografische zoekvraag of PICO (Patient-Intervention-Comparison-Outcome). In dit tweede artikel leggen we uit hoe zo’n vraag in Engelstalige zoektermen wordt omgezet. Met deze zoektermen doorlopen we stap voor stap de databanken op zoek naar een antwoord op de vraag: "Hebben patiënten ouder dan 65 jaar met een ulcus in de voorgeschiedenis en heupartrose minder kans op ernstige gastro-intestinale bijwerkingen als ze een cox-2-inhibitor nemen in plaats van een NSAID?" (ML)

De redactie heeft heel wat geïnvesteerd om materiaal dat werd gepresenteerd op het Eerstelijnssymposium 2002 klaar te stomen voor publicatie. De oogst is eerder schamel. De HIBO’s die een prijs mochten ontvangen, zijn er meestal in geslaagd hun stuk voor publicatie aan te bieden en dit stukje over diabeteszorg is het eerste van enkele korte verslagen. Toch blijft het buitengewoon belangrijk om goed onderzoek te doen in de zeer moeilijke eerstelijnssetting en hiervan ook nog een publiceerbaar rapport te maken. Wetenschappelijk onderzoek is onontbeerlijk voor de noodzakelijke professionalisering...

Het diagnosticeren van hartfalen in de huisartsenpraktijk is verre van eenvoudig. Overduidelijke gevallen laten geen twijfel, maar van zodra het klinisch beeld iets minder duidelijk wordt, is het voor de huisarts niet meer mogelijk om de diagnose met zekerheid te stellen. Nochtans heeft het al dan niet stellen van de juiste diagnose belangrijke consequenties voor de patiënt. Aan de hand van een casus gaan de auteurs dieper in op de problemen die zich stellen bij de diagnostiek van hartfalen. De cruciale vraag hierbij is: hoe kunnen we als huisarts het aantal onjuiste diagnoses tot een minimum...