Menu

Mazelen is zeker geen banale kinderziek­te. In 1994 werden nog steeds meer dan een miljoen kinderen wereldwijd door mazelen gedood.

Huisartsen hebben in 10 tot 15% van hun raadplegingen te maken met acute lucht­weginfecties (ALI).

Een veel gebruikte methode om de gezondheidsevolutie van een gemeenschap op te volgen is de "surveillance".

Om tot een proefschrift te komen moeten huisartsen een lange weg afleggen: het opzetten van een onderzoek, de verzameling en verwerking van gegevens, het toetsen en bespreken van de resultaten en vaak ook verschillende artikels publiceren. Zulk titanenwerk verdient zeker wat meer aandacht. Huisarts Nu wil daarom een forum bieden voor deze proefschriften en ze bekender maken onder haar lezers. Het proefschrift "Evaluatie van het vaardigheidsonderwijs aan de geneeskundestudenten van de Universiteit Antwerpen" van Roy Remmen wordt hier als eerste in de reeks besproken en becommentarieerd door Jo...

In opdracht van het Vlaams Huisartsen Parlement (VHP) stelde de Stuurgroep Kwaliteitsbevordering dit consensusdocument over accreditering en kwaliteitsbevordering op. Na discussie en rondvraag in verschillende huisartsenorganisaties, werd het document in februari 1999 door de plenaire vergadering van het VHP goedgekeurd. De bedoeling van het document is om toekomstige voorstellen over accreditering en kwaliteitsbevordering van de Vlaamse huisartsen op basis van de voorliggende principes te beoordelen. Het is een compromistekst die probeert tegemoet te komen aan de belangrijkste gevoeligheden...

In de reeks vragen in verband met seksualiteit en anticonceptie in de huisartsenpraktijk komt deze keer vaginisme aan bod. Wat zijn hiervan de oorzaken en welke behandeling kan de huisarts eventueel instellen?

Met deze tekst willen we het beslissingsproces toelichten om te bepalen wanneer de huisarts bij kinderen tot de leeftijd van 12 jaar aan astma moet denken, hoe hij de diagnose stelt en hoe hij de juiste behandeling instelt.

Naast het meten van de kwetsbaarheid van oudere patiënten door de huisarts is het in een doelgerichte gezondheidszorg nuttig dat ook de patiënt zelf zijn functioneren inschat. Dit kan aan de hand van een korte vragenlijst, waarin naast de lichamelijke gezondheid aandacht wordt besteed aan de dagelijkse activiteiten, de geestelijke gezondheid, de sociale activiteiten en de algemene gezondheidstoestand. In dit artikel worden twee instrumenten besproken waarmee patiënten hun functioneren kunnen weergegeven: de COOP/WONCA-kaarten en de SF-12.

In een doelgerichte gezondheidszorg is het nuttig dat de huisarts de kwetsbaarheid van zestigplussers kan inschatten. Deze kwetsbaarheid kan worden voorgesteld als een balans die zich in een onzeker evenwicht bevindt tussen factoren die de onafhankelijkheid van de zestigplusser helpen bewaren en factoren die deze aantasten. Bij de meting van de kwetsbaarheid dienen zowel lichamelijke, psychologische als sociale factoren in rekening te worden gebracht. De FRAIL, een meetinstrument ontwikkeld aan de KU Leuven, voldoet aan deze voorwaarde van multidimensionaliteit.

Om verschillende redenen vergt de gezondheidszorg bij ouderen meer dan een probleemgerichte aanpak. In het doelgerichte model gaat men niet uit van de klachten of problemen van de patiënt maar van de doelstellingen die voor zijn of haar gezondheidszorg werden opgesteld. Het aanleggen van het Globaal Medisch Dossier en de mogelijkheid om hieraan een doelgerichte jaarplanning te verbinden vormt een dankbare gelegenheid om het doelgerichte model te introduceren in de huisartsenpraktijk. In dit artikel worden verder concrete suggesties gegeven om dit te realiseren.