Menu

Groei en gewichtsevolutie zijn basisparameters om de gezondheid van zuigelingen en kinderen te evalueren. Voedingsadvies is hierbij een centraal aandachtspunt. Door de groeiende onzekerheid rond gezonde voeding en gezond voedingsbeleid, is het geven van duidelijk advies echter niet meer zo vanzelfsprekend. Dit artikel wil een pleidooi houden voor eenvoud in het voedingsbeleid en de huisarts hier een houvast bieden. Het wil ook zijn/haar vertrouwen in het spontane herstelvermogen van de natuur wat bevorderen. Hierbij worden enkele courante voedingsproblemen als regurgitatie, voedselallergie...

In welke mate doen allochtonen een beroep op de huisarts om een medisch getuigschrift te bekomen en zijn er verschillen met de autochtone bevolking in Vlaanderen? Deze vraag was het uitgangspunt van een onderzoek waaraan vijfentwintig huisartsen deelnamen. In totaal werden 4.499 patiëntencontacten geregistreerd. Het bleek dat vooral jonge Turken significant meer om attesten vroegen dan Belgen. Bij de Marokkanen was de vraag het grootst in de groep van gepensioneerden en invaliden. Ongeacht de etnie bleken vooral studenten een medisch attest nodig te hebben en vrouwelijke patiënten het minst.

Mevrouw Scheepers meldt zich als nieuwe patiënte in de praktijk.

Veel huisartsen hebben de indruk zich op drijfzand te begeven als ze over de flesvoeding van de zuigeling worden aangesproken. Er zijn dan ook vijfentwintig verschillende producten beschikbaar. Nochtans is advies over flesvoeding minder complex dan op het eerste gezicht lijkt; het aanbod kan tot zes soorten melken worden herleid waaruit men er één per categorie kan kiezen. Bij problemen met de voeding komt het erop aan niet te snel op een ander soort melk over te schakelen en in eerste instantie de ouders enkele eenvoudige adviezen mee te geven.

Het begint stilaan een traditie te worden: reeds voor de tweede maal werd de GlaxoWellcome-prijs uitgereikt en ook in 1998 wordt hij opnieuw georganiseerd. Met deze prijs wordt een klinische les, geschreven door een huisarts, bekroond. Wie wil meedingen, kan alvast op een onderwerp beginnen broeden; concretere richtlijnen volgen nog. Voor 1997 werden vier artikels genomineerd; dit artikel van Johan Wens kwam er als het beste uit. Hij vertrekt van een zeer concreet geval uit zijn praktijk en gaat na welke referentiekaders de huisarts en patiënt zouden moeten beschermen. Omdat die hier nogal...

Wat is het effect van de afbouw van benzodiazepines bij ouderen in rusthuizen? Dat was het uitgangspunt van een onderzoek dat werd opgezet in tien rusthuizen in Gent. Naast een dubbelblind gecontroleerd klinisch onderzoek werden ook beschrijvende gegevens verzameld over de ontwenningsverschijnselen en de kwaliteit van de slaap bij de residenten. De bevindingen waren veelbelovend voor verder onderzoek. Onderzoekers moeten in de toekomst wel rekening houden met de problemen die eigen zijn aan het uitvoeren van een trial bij geïnstitutionaliseerde ouderen.

Jonge moeders hebben het niet gemakkelijk. Over de verzorging van baby's wordt tegenwoordig zoveel geschreven en worden er zoveel producten aangeboden dat een keuze maken niet simpel is: wat is nu het beste voor mijn kind? De huisarts kan hier een goede raadgever zijn. Een goede vakkennis kan de moeder geruststellen en haar meer zekerheid geven. Ook wat de verzorging van de moeder zelf in de kraamperiode betreft, heeft de huisarts een belangrijke taak.

Een parel krijg je zelden te zien: een zeldzame keer gaat de schelp open. Een bevalling en kraamperiode mogen begeleiden is zo'n moment van zeldzaam contact met de diepere elementen van het zijn. Een vrouw die moeder wordt, komt op de rand van de ervaring van leven en dood: leven geven betekent ook de dood op de wereld brengen. Als huisarts dit mogen mee beleven is een geschenk. In deze eerste periode zal de huisarts vooral luisteren en de moeder moeder laten zijn. Wat de verzorging van moeder en kind inhoudt, komt in het volgende artikel (blz. 358) in deze reeks rond zuigelingen aan bod.

Moeheid is een frequente klacht in de huisartsenpraktijk die in verhouding weinig het voorwerp heeft uitgemaakt van research. Deze moeheid heeft vaak een psychosociale oorzaak. In dit artikel worden op basis van de literatuur deze psychosociale aspecten in kaart gebracht. Wat zijn de sociaal-demografische kenmerken van vermoeide patiënten? Welke psychiatrische diagnosen krijgen ze? Zijn er kenmerkende psychologische variabelen? Hebben deze kenmerken een prognostische waarde? De bevindingen onderlijnen het belang van de psychosociale anamnese bij dit symptoom.

Geconfronteerd met verschillende tienerzwangerschappen, besloot een groepspraktijk uit Gent een interventiestrategie uit te werken om deze (meestal)ongewenste zwangerschappen in de toekomst te voorkomen. In een eerste fase werd een enquête georganiseerd onder jongeren om een beter beeld te krijgen van hun kennis, attitudes en gedrag op het vlak van seksualiteit en anticonceptie. Hierin werd ook hun sociale achtergrond bevraagd. Zoals andere studies reeds aantoonden, bleek ook uit deze enquête dat vooral sociaal zwakkere jongeren meer risico lopen op een ongewenste zwangerschap.