Menu

Dat de werkbelasting van de huisarts in Vlaanderen hoog is, is algemeen bekend. Zijn/haar werkweken lopen al gauw op tot zo’n 60 uur. Hierin zijn avond- en weekenddiensten dan nog niet inbegrepen! Hoe dit verhelpen? Een eerste oplossing bieden de groepspraktijken. Deze verminderen de tijdsdruk op het individu en laten meer ruimte voor andere bezigheden. Daarnaast kan de huisarts zijn/haar tijd beter beheersen door "time-management" en "zelfmanagement”. Deze twee sleutelbegrippen worden hier met praktische tips toegelicht.

Epidemiologische maten worden in de medische literatuur steeds frequenter vermeld. Het onzalige hiervan is dat verschillende begrippen door verschillende auteurs erg slordig worden gebruikt. Dit sticht vooral verwarring bij de lezers en maakt de literatuur nog minder toegankelijk. Deze kennistoets heeft niet de bedoeling lezers af te schrikken, integendeel, deze inleiding wil een heldere definitie geven van enkele begrippen die de lezer onmiddellijk kan gebruiken om de kennistoets op te lossen.

Prostitutie is geen medische diagnose. Het leidt wel vaak tot medische problemen. Elke huisarts komt wel eens in contact met de prostitutiewereld, vooral via seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA), maar ook via anticonceptie en psychosociale problematiek. De casussen van Linda en Bianca geven een idee van dit rijke palet aan problemen.

Als hoofdredacteur van “Huisarts Nu” krijg ik elk jaar opnieuw de vraag of het wel zin heeft een wetenschappelijk tijdschrift voor huisartsen in Vlaanderen uit te geven. Stelt men die vraag op een ogenblik dat het aanbod van degelijke, wetenschappelijk onderbouwde artikels overvloedig is, dan heb je helemaal geen moeite meteen antwoord. Is de korf leeg of is elk lid van de redactie bezig om toch maar iets uit de modderpoel te sleuren, dan is het antwoord veel moeilijker.

Van in het begin van de ontwikkeling van de standaard was het de bedoeling de bereikte consensus voor te stellen in enkele huisartsenkringen. Hieruit blijkt dat de bereikte consensus kan bijdragen tot een betere praktijkvoering rond varicocele. De leerpunten zijn: het correct uitvoeren van het klinisch onderzoek, het bepalen van de juiste graad van varicocele, beseffen dat de aanpak van varicocele genuanceerd is, het opstellen van een beleidsplan bij de verschillende graden van varicocele, weten dat embolisatie de voorkeursbehandeling is en de redenen kennen om het medisch schooltoezicht op de...

Een standaard of richtlijn kan alleen maar beter en rijper worden als de handelswijze van huisartsen te velde bekend is. Daarom werd via het Huisartsen Peilpraktijken Netwerk nagegaan hoe vaak Belgische huisartsen met een varicocele worden geconfronteerd. Wal is de ernst van de varicocele, de aanleiding tot de diagnose en welk beleid voeren huisartsen?

Naar aanleiding van het opstellen van een varicocelestandaard werd een studie opgezet over varicocele bij jongens in de puberteitsperiode. De studie analyseert het beleid van de diensten van het Medisch Schooltoezicht (MST) in de laatste tien jaar. Hoe frequent komt een varicocele voor in de praktijk van de schoolarts? Hoe evalueert hij/zij dit probleem? Wat gebeurt er verder met deze vaststelling? Uit deze bevindingen worden een aantal leerpunten geformuleerd die kunnen helpen om in de toekomst een succesvol preventief varicocelebeleid te realiseren.

Om de preventieve zorgverlening naar jongeren toe te verbeteren zijn een adequate behandeling en follow-up noodzakelijk. Dit is ook het geval bij varicocele. Probleem bij deze aandoening is dat er nogal wat controversen bestaan over het juiste beleid. De Gemengde Werkgroep van schoolartsen (VWVJ) en huisartsen (WVVH) stak daarom de koppen bij elkaar en stelde, in samenwerking met verschillende fertiliteitsspecialisten, een standaard (richtlijn of consensuspoging) op. Tegelijkertijd werd onderzoek verricht bij huisartsen en schoolartsen via respectievelijk de peilpraktijken en dossiers van het...

Dit artikel is gebaseerd op een voordracht van prof. dr. J. De Maeseneer op de Derde Psyche-Somabijeenkomst van de Society for Psychomatic Medicine op 15 december 1995 te Gent. Het heeft niet de bedoeling een wetenschappelijk overzicht te geven van de huidige kennis rond het chronisch vermoeidheidssyndroom en/of myalgische encephalomyelitis (ME). De tekst wil meer een essayistische collage van reflecties brengen aan de hand van volgende vragen: wat is de functie van het naam-geven aan ziekten voor de geneeskunde als wetenschap en wat betekent dit benoemen voor de arts, patiënt en samenleving?

Door patiënten in contact te brengen met lotgenoten vervullen zelfhulpgroepen een heel eigen functie binnen de hulpverlening. Patiënten leren op die manier hun probleem of aandoening (beter) te (h)erkennen, te accepteren en te hanteren. Vaak worden ze ook mondiger en nemen ze een actievere rol op in hun gezondheid. Op die manier werkt een zelfhulpgroep emanciperend. Daarnaast verzamelen en verstrekken zelfhulpgroepen informatie, die ook voor huisartsen van belang kan zijn. Hoe huisartsen en zelfhulpgroepen tot een goede, complementaire samenwerking kunnen komen, wordt hieronder met voorbeelden...