Menu

Twee procent van onze bevolking heeft Diabetes Mellitus type II en men mag aannemen dat voor elke gekende diabetespatiënt een nog niet opgespoorde lotgenoot bestaat. Bovendien zal de veroudering van de bevolking dit gezondheidsprobleem nog doen toenemen. Hoe zul­len huisartsen, die het best geplaatst zijn om deze patiënten te begeleiden, hierop een antwoord bieden? Een groepspraktijk uit Zelzate geeft alvast het goede voorbeeld en gaat na of de begeleiding wat gestructureerder kan.

Dermatologische problemen komen frequent voor in de huisartsenpraktijk: zo'n 10 à 12% van de consultaties heeft hierop betrekking. Om bij te dragen tot een permanente navorming op dit vlak, werd deze rubriek rond de diagnostiek van huidproblemen opgestart. "Ou­derdomswratten" is intussen de dertiende dermatologische vraagstelling in de reeks.

Er is onrust in de huisartsenwereld. Op 3 december 1994 kwamen duizenden Vlaamse huisartsen samen in Gent op de "Staten-Gene­raal van de Huisartsengeneeskunde''. Het signaal op deze bijeen­komst was duidelijk: de Vlaamse huisartsen werken aan een professione­le en maatschappelijke emancipatie. De verkiezing van het Vlaams Huisartsenparlement, een eerste stap in de richting van een professionele emancipatie, heeft intussen twee zaken duidelijk gemaakt: de Vlaamse huisartsen zijn bereid hun verantwoordelijkheid op te nemen (grote par­ticipatie) en ze wensen een fundamentele heroriëntatie van het...

Als we "De huisarts 1970" als eerste document beschouwen van een huisartsengeneeskunde met wetenschappelijke ambities in Vlaanderen dan is huisartsengeneeskunde amper 25 jaar jong. Vanaf 1972 verschijnt Huisarts Nu als ledenblad van de WVVH en beschikken we over "geschreven" documenten wat toelaat geschiedenis te schrijven. Huis­artsengeneeskunde is dus een piepjonge discipline die amper de volwas­senheid heeft bereikt. Acne, emotionele labiliteit, last met de vadermoord teisteren de opgeschoten twintiger. Nochtans is binnen de schoot van de WVVH voldoende inspirerende vruchtbaarheid aanwezig...

Volgens een recente enquête in de regio Roeselare-Tielt vinden nogal wat hulpverleners de crisisinterventie in de geestelijke gezondheidszorg niet optimaal. Het Coördinatiecomité Geestelijke Gezondheidszorg Midden West-Vlaanderen besloot daarom een kwaliteitskring op te zetten om te zien wat er misloopt. Hierin brachten vooral de getuige­nissen van de patiënten heel wat knelpunten aan het licht. Om bij te dra­gen tot een oplossing verkoos de groep te werken rond "het verhogen van de luisterbereidheid teneinde de juiste graad van directiviteit te bepalen''.

Empirisch onderzoek toonde reeds aan dat er verschillen zijn in de zorgvraag tussen allochtone en autochtone patiënten (zie Huisarts Nu 1993; 22 (6): 248-254). Maar zijn er ook verschillen in de al­lochtone bevolkingsgroep zelf? Voor Marokkanen bijvoorbeeld wordt zelden een onderscheid gemaakt tussen Berber en Arabieren. Nochtans verschillen beide etnische groepen op een aantal vlakken. Zo hebben Berberpatiënten een grotere preventieve zorgvraag, een actiever ziektegedrag, ze bezoeken meer religieuze genezers, melden zich later aan hij de huisarts en hebben ook meer sociale conflicten met onze...

Dermatologische problemen komen frequent voor in de huisartsenpraktijk: zo'n 10 à 12% van de consultaties heeft hierop betrekking. Om bij te dragen tot een permanente navorming op dit vlak, werd deze rubriek rond de diagnostiek van huid problemen opgestart. "Een hardnekkige uitslag rond de mond" is intussen de twaalfde dermatologi­sche vraagstelling in de reeks.

In een traditionele gemeenschap zijn leven en dood met elkaar verbonden. Rites en tradities koppelen het zichtbare aan het onzichtba­re, het tijdelijke aan het tijdloze. In onze samenleving is die dubbele structuur zo goed als verdwenen. De stervende heeft het hierdoor veel moei­lijker om zijn levenseinde zinvol te beleven. Professor Bemabé tracht met zijn cultureel-antropologische visie onze kijk op de palliatieve zorg te ver­rijken.

Wat is de diepere existentiële betekenis van kanker in het leven van oncologische patiënten? En wat is mijn persoonlijke existentiële ervaring doorheen mijn contacten met kankerpatiënten? Op deze twee vragen heb ik antwoorden geformuleerd vanuit mijn ervaring als algemeen arts werkzaam op een dienst oncologie en als lid van een palliatief support team (= een klein multidisciplinair team dat kan worden ingeroepen ter ondersteuning van gehospitaliseerde palliatieve patiënten, hun familie en verzorgers).

De universitaire groepspraktijk van de UI Antwerpen functioneert reeds vijftien jaar als één van de opleidingsinstrumenten van het departement Geneeskunde. Tijd dus om opnieuw stil te staan bij de specifieke mogelijkheden en beperkingen van dit groter samenwerkingsverband; zeven huisartsen, twee psychologen, twee psychotherapeuten, twee verpleegkundigen, twee secretaressen, één kinesiste en één diëtiste vormen inderdaad een, naar Vlaamse normen, grote groep eerstelijnshulpverleners. Welke taken kan een onderwijspraktijk vervullen? En is het mogelijk om vanuit de evolutie in de aangetrokken en...