Menu

Op 5 februari jongstleden verschenen in het Belgisch Staatsblad de nieuwe verplichtingen voor de geneesheren en de nieuwe reglementering in verband met de aflevering van geneesmiddelen aan de homes (KB van 9 januari 1992 ). Dit nieuwe Koninklijk Besluit blijkt zeer belangrijk te zijn voor het medisch korps. Dat is althans de mening van de Algemene Pharmaceutische Bond, wiens standpunt u hier afgedrukt vindt.

Sinds het begin van de jaren zeventig en vooral sinds de jaren tachtig is in België electieve sterilisatie meer en meer als methode van contraceptie aanvaard. Het vrijwillig stopzetten van de vruchtbare periode is een ingrijpend besluit. In dit artikel tracht de auteur aan te tonen dat dankzij een methodische aanpak en het deskundig verstrekken van informatie de huisarts dit proces van besluitvorming op een uitstekende manier kan begeleiden.

In juni 1991 vond te Parijs een internationaal congres plaats over de totaalbenadering van het probleem “Benigne Prostaathyperplasie ”. In een consensustekst werd een reeks standaard- aan te raden en facultatieve onderzoeken vastgelegd. Ook werden een aantal parameters voor de evaluatie van klinische studies geformuleerd.

Huisartsen hebben het vaak moeilijk met bun preventieve taak, die nochtans een belangrijk deel van hun functie uitmaakt. Vooral de preventie van prostaatkanker, met een rectaal onderzoek om de drie jaar voor mannen ouder dan 45 jaar, wordt zowel door zeer ervaren als door jonge artsen dikwijls vergeten. Ook levert de vergelijking van het prostaat- met het vaginaal onderzoek een aantal verschillen op.

Klinische lessen zijn leerrijk, maar moeilijk te formuleren en daarom ook vrij zeldzaam. Maar een huisarts die een klinische les geeft over een ziekte waarmee hij zelf jaren geconfronteerd werd en die hem uiteindelijk fataal werd, is nog veel merkwaardiger. Met de hulp van collega Stuer werd het dan ook mogelijk dit unieke document aan de huisartsen aan te bieden.

Zo'n vijf jaar geleden ontstond binnen KAVA de idee om in het verlengde van de Geneesmiddelenwijzer een project te starten, waardoor het mogelijk zou worden de patiënt meer informatie te geven.

In oktober jl. had in Leiden het Afscheidscollege van Prof. Jan Mulder, hoogleraar huisartsengeneeskunde, aan de RU Leiden plaats. Het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG) greep deze gelegenheid aan om haar jaarlijkse referatendag te organiseren. Het bij wonen van deze Referatendag en van het Afscheidscollege, en de lectuur van het vriendenboek vormden een boeiende ervaring, waarbij de huidige stand van zaken van de academische huisartsengeneeskunde in Nederland driemaal vanuit een andere invalshoek werd gepresenteerd.

Welke rol vervult de huisarts in de prenatale begeleiding van Marokkaanse en Turkse migrantenvrouwen? In een studie, in samenwerking met Kind en Gezin, werd het prenataal consultatiegedrag van deze vrouwen onderzocht. Ook werd een vergelijking met de Belgische zwangeren gemaakt. Onderscheid in consultatiefrequentie evenals het blijvend belang van de huisarts in de prenatale begeleiding zijn de voornaamste resultaten.

Dat er een verband bestaat tussen angst en hartsymptomen is vrij lang geweten. Over de juiste verhouding tussen beide zijn er in de loop van de tijd echter verschillende meningen geweest. Vooral de jongste jaren zijn de inzichten terzake sterk geëvolueerd. Daarom vonden we het goed de huidige opvattingen hieromtrent weer te geven en ze, langs de literatuur om, in een historische context te situeren.

Het bespreken van seksueel gedrag of van seksuele problemen in de huisartsenpraktijk is meestal niet vanzelfsprekend. Of dit gesprek plaatsvindt, is van een hele reeks factoren afhankelijk. Vooral de persoonsgebonden factoren spelen zowel bij de arts als bij de patiënt een cruciale rol.