Menu

Om de antibioticaresistentie mee te helpen terugdringen werden tal van richtlijnen en interventies ontwikkeld om huisartsen aan te zetten om bij acute luchtweginfecties voorzichtiger om te springen met antibiotica. Het is vooralsnog niet duidelijk welke strategieën succesvoller zijn en waarom. Om dit te achterhalen kan kwalitatief onderzoek naar attitudes en ervaringen van huisartsen zinvol zijn.

Acute hoest is een van de meest voorkomende redenen om een huisarts te raadplegen en om in de eerste lijn antibiotica voor te schrijven. Artsen vragen hun patiënten vaak naar de kleur van het sputum en hoe ziek ze zich voelen om hun beslissing te onderbouwen om al dan niet een antibioticum voor acute hoest voor te schrijven.

Richtlijnen worden ontwikkeld om niet-wetenschappelijk onderbouwde variatie in de zorg te verminderen. Richtlijnen voor de behandeling van infecties zouden clinici moeten helpen om antibiotica voor te schrijven aan die personen die er het meeste baat bij hebben en om meer eerstekeuzeantibiotica voor te schrijven in de hoop dat dit zou leiden tot betere zorg en minder risico's voor de patiënt, en de inperking van antibioticaresistentie.

Zorg moet menswaardig zijn en rekening houden met de verschillende dimensies van de persoon: er is lichamelijke zorg, maar ook psychische, relationele, sociale en zelfs spirituele zorg. Vanuit deze verschillende dimensies kan de hulpverlener waardigheidsondersteunende zorg bieden.

De huisarts bevindt zich in de beste positie om een duiker te keuren, omdat hij het best de medische antecedenten van de patiënt kent en met zijn patiënt meestal een vertrouwensrelatie heeft. Er is echter onvoldoende opleiding of hulp opdat de keuring op een goede manier zou verlopen.

Kennisoverdracht volstaat meestal niet om beweging bij patiënten te promoten. Artsen moeten rekening houden met (het gebrek aan) motivatie van de patiënt en deze begeleiden in het proces van gedragsverandering zonder confrontatie. Het concept van 10 000 stappen en het gebruik van de stappenteller kunnen hierbij ondersteunend werken.

Polyfarmacie komt vaak voor bij bejaarden en geeft een verhoogd risico op nevenwerkingen, interacties tussen geneesmiddelen en verminderde therapietrouw. Deze kwalitatieve studie brengt de percepties van 65 huisartsen over polyfarmacie in kaart en gaat na hoe ze hun rol zien in het optimaliseren van de medicatie voor hun bejaarde patiënten.

Hebben allochtone bejaarden nood aan een gespecialiseerde gezondheidszorg, afgestemd op hun specifieke behoeften? Dit vormde het uitgangspunt van een focusgroepenonderzoek in Genk. Het grootste verschilpunt met de autochtone bevolking waren de opvattingen over wie de zorg voor ouderen op zich moet nemen: de kinderen, het rusthuis of de thuiszorg.

Inzicht in iemands mentale veerkracht of ‘resilience’ kan helpen om ernstige stresssituaties of mentale problemen te verklaren en de mogelijke outcome van de situatie en/of behandeling te voorspellen. Door de hoge correlatie met de kans op burn-out zijn deze veerkrachtsmetingen ook waardevol bij de hulpverleners zelf, om aan die kant van de behandelingstafel beter zicht te krijgen op de kwetsbaarheden en limieten.

Aan de hand van een anonieme vragenlijst werden in tien huisartsenpraktijken patiënten bevraagd over de mate waarin ze folders lezen en/of meenemen uit de wachtzaal. Maar liefst 93% gaf aan wel eens een folder te lezen. De meeste patiënten vonden de folders ook goed verstaanbaar en niet overladen met medisch jargon.