Menu

Huisartsen steunen voor de behandeling van cystitis dikwijls op de gevoeligheidsgegevens van urinestalen die worden onderzocht in regionale microbiologische laboratoria. Deze gegevens zijn niet representatief voor ongecompliceerde urineweginfecties. Om aangepaste aanbevelingen te kunnen geven werden de distributie- en gevoeligheidspatronen van uropathogenen in ongecompliceerde urineweginfecties bij vrouwen vergeleken met deze die we tien jaar eerder vonden tijdens ons onderzoek naar uropathogenen in een eerstelijnssetting.

Spirometrie is een valabel instrument in de evaluatie van patiënten met aanhoudende respiratoire symptomen. Ondanks de diagnostische waarde en de beschikbaarheid van betrouwbare en betaalbare handspirometers blijft het gebruik van spirometrie in de Vlaamse eerste lijn zeer beperkt. De implementatie van een longfunctiemeting in de huisartsenprakijk is niet zo eenvoudig; het vereist kennis, praktische oefening, tijd, geduld en organisatie.

Hoewel rouw meestal ongecompliceerd verloopt en geen tussenkomst van de huisarts vereist (zie: Deel 1 over ongecompliceerde rouw in het vorige nummer van Huisarts Nu, blz. 229-35), kan het rouwproces ook extreme vormen aannemen. Een aantal factoren zoals een plotse of gewelddadige dood of individuele factoren maken sommige patiënten ‘at risk’ voor een gecompliceerd rouwproces, een rouwgerelateerde depressie- of angststoornis. Hoe kan de huisarts deze patiënten begeleiden om de draad terug op te pikken? Welke niet-medicamenteuze aanpak is zinvol en is medicatie nodig? En wanneer beslist de...

In Herent gingen een duo- en solopraktijk de uitdaging aan om samen te evolueren naar een interdisciplinaire eerstelijnspraktijk, met bijzondere aandacht voor kwaliteitsmanagement op het vlak van praktijkorganisatie en dienstverlening. Ook een jongere collega die een collega met pensioen opvolgde, kwam erbij. In dit artikel wordt geschetst welke weg ze de afgelopen twee jaar hebben afgelegd en wat de sleutelelementen zijn voor succes.

In Vlaanderen zijn huisartsenpraktijken in volle evolutie. Het intenser gaan samenwerken met huisartsen onderling maar ook met andere disciplines is een zeer belangrijke trend.

Jan De Maeseneer stelt dat de Vlaamse hospitalisatieverzekering on-Vlaams is. De titel van het opiniestuk dekt de lading niet. De bezorgdheid van Jan De Maeseneer is oprecht: hij vraagt zich af hoe de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de gezondheidszorg te vrijwaren zijn.

In de onderhandelingen voor een toekomstige Vlaamse regering stond ook een Vlaamse hospitalisatieverzekering op de agenda (en dit is ook opgenomen in de Vlaamse Regeringsverklaring). Allerlei actoren zoals ziekenfondsen en privéverzekeringsmaatschappijen hebben er zich al positief over uitgelaten. Maar is dit wel zinvol?

Zoals in het vorige artikel van E. Thiery werd gesteld (zie blz. 37), is de vroegdetectie van ontwikkelingsstoornissen bij kinderen van groot belang om de prognose te verbeteren. In dit artikel wordt nagegaan welke instrumenten helpen om deze stoornissen tijdig op te sporen. Omdat vele factoren de ontwikkeling beïnvloeden, worden internationaal steeds meer de algemene screeningstests voor ontwikkeling verlaten. Het Van Wiechenonderzoek, dat in de meeste consultatiebureaus van Kind en Gezin wordt toegepast, plaatst de ontwikkeling in een ruimer referentiekader en biedt hierdoor meer...

Aansluitend op het eerste deel ‘Zie eens hoe vlot ik opgroei’ over de normale ontwikkeling van het kind (zie Huisarts Nu 2008, nr. 8) wordt in dit artikel dieper ingegaan op enkele ontwikkelingsstoornissen. Taalstoornissen, geheugenstoornissen, leerstoornissen, aandachtstekort- en autismespectrumstoornissen komen het meeste voor, apart of in comorbiditeit. Hoe vroeger de diagnose gesteld wordt en hoe vroeger specifieke interventies gestart kunnen worden, hoe gunstiger de prognose. Alert blijven voor de vroege tekenen van een ontwikkelingsstoornis blijft dan ook de boodschap.

Hoewel het Elektronisch Medisch Dossier vrij populair is bij de Vlaamse huisartsen, worden vaak niet alle mogelijkheden benut. Dit heeft onder meer tot gevolg dat een aantal vrouwen die voor een screeningsmammografie in aanmerking komen, niet wordt bereikt. Aan de hand van het softwarepakket Health-One™ wordt hier in enkele stappen uitgelegd hoe het beter kan. Zal dankzij een betere kennis en toepassing van de softwarepakketten binnenkort de beoogde participatiegraad van 75% voor een screeningsmammografie worden bereikt?