Menu

Op initiatief van het Limburgs HuisartsenPlatform werd in samenwerking met de Limburgse logo’s een provinciale stuurgroep opgericht die de huisartsen beter wilde ondersteunen in hun gebruik van het Elektronisch Medisch Dossier (EMD). In een voormeting werd eerst gepeild naar het gebruik van het EMD; vervolgens kregen de bereikte huisartsen thuis ondersteuning en uitleg over de mogelijkheden van het EMD door een collega. Zoals verwacht, werden heel wat mogelijkheden van het EMD niet benut. De uitgeteste vorm van ondersteuning zou een belangrijke meerwaarde kunnen zijn, maar de investering van...

Voor de behandeling van faryngitis hanteren veel landen nationale richtlijnen. In deze review werd een vergelijking gemaakt van de aanbevelingen en het gerapporteerde bewijsmateriaal in de nationale richtlijnen voor de behandeling van acute keelpijn bij volwassenen.

‘Online on-the-spot’ of kortweg OOS is het zoeken op internet in een aantal EBM-databanken naar een antwoord op een vraag in aanwezigheid van de patiënt tijdens de consultatie.

In deze eerste onderzoeksfase willen we nagaan wat de kritische kwaliteitskenmerken zijn waaraan een goed werkende wachtdienst ‘in de toekomst’ moet voldoen. We willen een instrument ontwikkelen dat de activiteiten van de huisartsenwachtdienst kan evalueren. Dit in het kader van de ondersteuning van huisartsenkringen in hun opdracht als ‘wachtdienstorganisator’.

De kracht van het communiceren en luisteren M.F. Delfos Het lijkt wel of alle kinderen tegenwoordig hoogbegaafd zijn, ADHD of een vorm van autisme hebben. Zijn zij werkelijk veranderd of worden we zelf steeds veeleisender? Huisarts Nu 2009;38(2):83-86

Ernstige infecties bij kinderen (sepsis, meningitis, pneumonie, pyelonefritis, osteomyelitis en cellulitis) veroorzaken een belangrijke mortaliteit en morbiditeit. In deze prospectieve studie in de eerste lijn werd de diagnostische waarde van de klinische symptomen en tekens onderzocht en een multivariabel triage-instrument ontwikkeld.

Hoewel obesitas belangrijke gezondheidsrisico’s inhoudt, durven weinig huisartsen dit probleem actief aankaarten. Dit kwaliteitsverbeterend project in een groepspraktijk ging na hoe obesitas beter kan worden aangepakt. Op basis van de belangrijkste barrières – tijdsgebrek, kennisgebrek en daardoor een laag zelfvertrouwen in de eigen aanpak, angst om de patiënt te beledigen en een negatieve anticipatie over het resultaat – werd een verbeterplan opgesteld. In de praktijk leidde dit tot een interactieve cursus, groepsessies, persoonlijke coaching en tools voor de praktijk die de motivatie om...

In deze bijdrage wordt een proces beschreven van vijf huisartsen die van een solopraktijk, via een netwerk, geëvolueerd zijn naar een ‘HOED’ (huisartsen onder één dak). Om tot een optimale en goed functionerende praktijk te komen hanteerden ze een tienstappenplan dat vertrekt vanuit een duidelijke visie en missie. Ook tien raadgevingen om beter te samen te werken werden besproken en opgevolgd. Dankzij deze grondige voorbereiding en aangepaste nieuwbouw bleek na tweeënhalf jaar functioneren deze formule zowel voor de artsen als de patiënten een succes.

Een 60-jarige vrouw met paroxismaal atriumfibrilleren krijgt van haar cardioloog anti-aritmica voorgeschreven. Omdat ze hiervan nog meer hartkloppingen krijgt, staakt de patiënte zelf de medicatie. Wat moet je als huisarts dan doen? Wij kozen ervoor om via de PICO-methode na te gaan hoe evidence-based de beslissing van de cardioloog was. Uiteindelijk bleken de wetenschappelijke argumenten te weinig overtuigend om de behandeling voort te zetten en werd in overleg met de patiënt én de cardioloog een alternatief gezocht.

Automutilatie bij jongeren wordt vaak pas laat herkend. Niet alleen is de jongere beschaamd, ook het verslavende karakter van het automutileren zorgt ervoor dat hij of zij het goed verborgen houdt. Eenmaal de automutilatie is vastgesteld, moet van in het begin duidelijk worden gemaakt dat deze aanval op het eigen lichaam gestopt moet worden. Belangrijk hierbij is niet zozeer op het symptoom zelf in te gaan, maar het gedrag ruimer te kaderen en de jongere te helpen om zijn spanning te ‘mentaliseren’ in plaats van op zijn lichaam uit te ageren.