Menu

Patiënten die lichamelijke klachten presenteren zonder dat duidelijke organische afwijkingen kunnen worden gevonden (‘somatiserende patiënten’), komen frequent voor in de huisartsgeneeskunde. De grootste groep wordt gevormd door patiënten die acuut of transiënt somatiseren, meestal naar aanleiding van toegenomen stress en ongerustheid over hun lichamelijke klachten. Deze patiënten kunnen het best worden geholpen door een geruststellend somatisch onderzoek en, zo nodig, het veranderen van hun visie op hun klachten (‘psychologische reattributie’). In het beste geval brengt de huisarts deze...

Uit epidemiologische studies blijkt dat zelfdoding een belangrijke doodsoorzaak is bij jongeren en volwassenen in Vlaanderen en dat de Vlaamse incidentie van suïcidaal gedrag hoog is. Conform de internationale gegevens is er ook in Vlaanderen sprake van een ‘ontgrijzende’ trend waarbij de hoge suïcidecijfers bij oudere mannen aan het dalen zijn. Dit neemt echter niet weg dat oudere mannen een belangrijke risicogroep blijven voor zelfdoding. Naast ouderen is er evidentie voor een verhoogd risico op suïcidaal gedrag bij homoseksuelen, nabestaanden, patiënten die recentelijk ontslagen zijn na een...

Hoe kan de huisarts zo effectief (doelgericht) en efficiënt (energiezuinig) mogelijk medische informatie terugvinden? ‘Online On the Spot’ is een zoekmethode die de huisarts snel bij valide wetenschappelijke bronnen wil brengen die een antwoord bieden op een vraag die zich tijdens het consultatievoeren stelt.

Zoals in het vorige artikel van E. Thiery werd gesteld (zie blz. 37), is de vroegdetectie van ontwikkelingsstoornissen bij kinderen van groot belang om de prognose te verbeteren. In dit artikel wordt nagegaan welke instrumenten helpen om deze stoornissen tijdig op te sporen. Omdat vele factoren de ontwikkeling beïnvloeden, worden internationaal steeds meer de algemene screeningstests voor ontwikkeling verlaten. Het Van Wiechenonderzoek, dat in de meeste consultatiebureaus van Kind en Gezin wordt toegepast, plaatst de ontwikkeling in een ruimer referentiekader en biedt hierdoor meer...

Aansluitend op het eerste deel ‘Zie eens hoe vlot ik opgroei’ over de normale ontwikkeling van het kind (zie Huisarts Nu 2008, nr. 8) wordt in dit artikel dieper ingegaan op enkele ontwikkelingsstoornissen. Taalstoornissen, geheugenstoornissen, leerstoornissen, aandachtstekort- en autismespectrumstoornissen komen het meeste voor, apart of in comorbiditeit. Hoe vroeger de diagnose gesteld wordt en hoe vroeger specifieke interventies gestart kunnen worden, hoe gunstiger de prognose. Alert blijven voor de vroege tekenen van een ontwikkelingsstoornis blijft dan ook de boodschap.

De kracht van het communiceren en luisteren M.F. Delfos Het lijkt wel of alle kinderen tegenwoordig hoogbegaafd zijn, ADHD of een vorm van autisme hebben. Zijn zij werkelijk veranderd of worden we zelf steeds veeleisender? Huisarts Nu 2009;38(2):83-86

Automutilatie bij jongeren wordt vaak pas laat herkend. Niet alleen is de jongere beschaamd, ook het verslavende karakter van het automutileren zorgt ervoor dat hij of zij het goed verborgen houdt. Eenmaal de automutilatie is vastgesteld, moet van in het begin duidelijk worden gemaakt dat deze aanval op het eigen lichaam gestopt moet worden. Belangrijk hierbij is niet zozeer op het symptoom zelf in te gaan, maar het gedrag ruimer te kaderen en de jongere te helpen om zijn spanning te ‘mentaliseren’ in plaats van op zijn lichaam uit te ageren.

Bij een medische urgentie bieden familie, vrienden, collega’s of omstanders dikwijls spontaan hun hulp aan. Zij kunnen veiligheidsmaatregelen treffen en hulp bieden tot de professionele hulpverlening arriveert. Training in eerste hulp is essentieel om op dergelijke noodsituaties juist te reageren. Daarvoor moeten mensen getraind worden in de juiste hulpverlening; verkeerde training kan ineffectieve en zelfs schadelijke interventies tot gevolg hebben.

Op basis van kosteneffectiviteitsstudies nemen beleidsmakers in de gezondheidszorg beslissingen over het invoeren van een nieuwe behandeling. Deze studies geven zowel informatie over de kosten als over de effecten van nieuwe behandelingen (of interventies). Wat de basisprincipes van deze kosteneffectiviteitsstudies zijn, wordt hier uitgelegd aan de hand van een praktisch voorbeeld.

Waarom een bepaald gedrag, in dit geval eetgedrag, helemaal ontspoort, is te verklaren door een complexe interactie van psychologische, sociale en biologische factoren. De aanpak van eetstoornissen zoals anorexia nervosa, boulimie of een niet-gespecificeerde eetstoornis vraagt dan ook om een multidisciplinaire aanpak. Na een theoretische introductie wordt hier aan de hand van een casus stap voor stap geïllustreerd hoe de huisarts een boulimiepatiënt het best kan opvolgen.