Menu

Op het einde van het eerste artikel in deze reeks kwamen we tot het beschrijven van een figuur die de lichaamslengte weergaf van 85 twintigjarige personen. Een gewone tabel met willekeurig de verschillende lengtes in centimeters gaf ons weinig overzicht. Door enkele eenvoudige schikkingen konden we de verschillende lichaamslengtes groeperen en grafisch weergeven in een histogram (FIGUUR 1). Dit histogram is opgesteld door de lichaamslengtes van 85 willekeurig gekozen twintigjarigen (een steekproef van 85mannen) te selecteren uit de totale groep twintigjarige mannen (de populatie van mannen)...

Een registratiestudie in Hong-Kong gedurende vier maanden (tussen 1 juni en 30 november 1986) leverde een vergelijkbare prevalentie op van mineure aandoeningen bij de huisarts (61 %) als een registratie in Groot-Brittannië (65 %).

Gezondheidszorg voor adolescenten is een niet zo eenvoudige zaak. Zowel de adolescent als de hulpverlener hebben er meer dan eens problemen mee.

Seksueel overdraagbare aandoeningen zijn een belangrijk medisch probleem bij adolescenten. Een aandachtige huisarts kan vaak de problemen herkennen of opsporen voor er complicaties optreden. Vooral het vaak toevallige seksuele contact dat jongeren met elkaar hebben, is hierbij een storende factor. Het is daarom bovendien belangrijk de partner te betrekken bij de behandeling van een patiënt(e).

Bij het begin van het bevolkingsonderzoek naar cervixcarcinoom werd geadviseerd bij vrouwen van 35 jaar en ouder twee- tot driejaarlijks een uitstrijkje van de cervix te maken. Men wil op die manier cervixcarcinoom in een vroeg stadium opsporen, zodat een curatieve behandeling mogelijk is. Hierbij ging men uit van de veronderstelling dat maligne afwijkingen van het epitheel van de baarmoederhals pas vanaf het 35ste jaar optreden. Verschillende onderzoekers wijzen evenwel op het bestaan van maligne en premaligne cervixafwijkingen bij vrouwen die jonger zijn dan 30.

Aan de hand van drie casussen wordt de problematiek van het Acquired Immune Deficiency Syndrome (AIDS) belicht. Het terminale klinische beeld wordt beschreven, alsook de interpretatie van de aan- of afwezigheid van antistoffen tegen HTLVIII/LAV (de verwekker van AIDS). In de bespreking wordt het belang van de serologische tests bij gezonde individuen bediscussieerd. Ook de pathogenese van de aandoening wordt aanschouwelijk geïllustreerd.

Vaak beschouwen huisartsen en gynekologen elkaar als konkurrenten. De «markt» van zwangere vrouwen is beperkt en zowel het aantal huisartsen met interesse voor verloskunde als het aantal specialisten neemt toe. leder wil een deel van de verloskundige koek. Vanuit beide kampen worden vaak heen en weer verwijten geuit en ook voor intimidaties van patiënten wordt niet teruggeschrikt. Dat een relatie huisarts-gynekoloog erg konstruktief kan zijn, zal aan de hand van enkele voorbeelden geïllustreerd worden.

Akute pijn in de streek van de rechter hypochonder is vaak een differentiaaldiagnostische kluif voor internisten en chirurgen. Soms wordt te konservatief afgewacht en in andere gevallen wordt te snel naar het mes gegrepen. De taak van de huisarts beperkt zich vaak tot een snelle diagnose en doorverwijzen naar het hospitaal. Dat de huisarts de belangrijkste bijdrage kan leveren tot de juiste diagnose, wordt geïllustreerd in volgende casussen.

Bij 179 vrouwen die te Antwerpen raadpleegden voor een zwangerschapsonderbreking, werden cerviko-vaginale kuituren uitgevoerd. Chlamydia trachomatis werd bij 12% geïsoleerd, terwijl Neisseria gonorrhoeae slechts bij één patiënte voorkwam. Infektieuze komplikaties na de abortus provocatus stonden in verband met het isoleren van C. trachomatis (P < 0,001, Fischer exact test). Een behandeling vóór de abortus met doxycycline 2 x 100 mg gedurende 10 dagen kon deze komplikaties verhinderen. Verder worden ook de financieel-ekonomische aspekten besproken.

In de rubriek «standpunten» van dit nummer heb ik uiteengezet waarom de huisarts slecht geplaatst is om een ambulante hulpverlening voor heroïneverslaafden op te zetten. Zulke opvang gebeurt beter door speciale centra. Nu is het aantal opvangmogelijkheden voor heroïnomanen erg dun gezaaid, zodat de huisarts wel gekonfronteerd wordt met de problematiek. In bepaalde gevallen zal de arts ook een ambulante opvang organiseren «omdat er anders niets gebeurt». Dit artikel wil enkele basisbegrippen bijbrengen over verslavende middelen en de verschillende fasen van het gebruik ervan. Nadien zullen...