Welke houding dient de Vlaamse huisarts anno 1994 tegenover borstkankeropsporing aan te nemen? Zijn georganiseerde opsporingsprogramma’s op brede schaal wenselijk in Vlaanderen en Brussel? Onder welke voorwaarden kan de bevolking hier baat bij vinden? Hoe kan georganiseerde borstkankeropsporing op de lokale preventieprojecten van huisartsenkringen en gemeenten worden afgestemd? Deze vragen vormden de aanleiding tot de vorming van een uniform huisartsenstandpunt over borstkankeropsporing. Volgens welke methode een dergelijke “consensus" tot stand komt, vindt u hieronder.