Menu

Hersengezondheid

Actief stimulerend werk beschermt tegen dementie, vergelijkbaar met een aantal andere beschermende factoren zoals sport en laag alcoholgebruik. Dit vertaalt zich in een lagere concentratie van plasmaproteïnen die nadelig zijn voor de hersenen.

Deze studie toont dat er in een diverse stadspopulatie grote verschillen kunnen bestaan in cardiovasculair risico bij etnische en socio-economische subgroepen. In plaats van landen te classificeren als hoog- of laagrisico is het noodzakelijk deze subgroepen per land te identificeren en vervolgens preventief gerichter op te volgen.

De huidige COVID-19-crisis maakt gezondheidsongelijkheid opnieuw heel duidelijk. Mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties stellen zorg vaker uit en vinden moeilijker hun weg in het zorglandschap.

Regelmatig verschijnen er boeken die aspecten van het brein voor een groter publiek toelichten. Niet allemaal zijn ze zo onderhoudend als het nieuwste boek van dr. Luc Swinnen. Al langer vormt het brein zijn interessegebied en dan vooral met betrekking tot stress en burn-out.

De herziene richtlijn 'Cardiovasculaire risicobepaling' heeft gevolgen voor de praktijk door de introductie van een aangepaste SCORE-tabel, een extra risicoklasse en reclasserende factoren.

Levensstijlgeneeskunde mag een evenwaardige plaats krijgen in het voorkomen en stabiliseren van chronische aandoeningen. Eenvoudige levensstijlaanpassingen kunnen de levenskwaliteit verbeteren.

Fysieke inactiviteit is een risicofactor voor chronische aandoeningen die mogelijk tot voortijdige sterfte kan leiden. Dagelijks voldoende fysieke activiteit kan de kans op het ontwikkelen van cardiovasculaire aandoeningen, overgewicht, diabetes mellitus, depressie en angst verkleinen. Net als fysieke inactiviteit heeft ook sedentair gedrag (langdurig zitten) nefaste gevolgen op de fysieke en mentale gezondheid. Voldoende fysieke activiteit en het beperken van sedentair gedrag zijn beide belangrijk om gezond ouder te worden.

Artikels en beleidsteksten over dementie beginnen meestal met een schatting van het aantal personen met dementie nu en hoe dat de volgende decennia zal verlopen. Voor het Vlaamse Gewest komt dat uit op 131 800 personen nu en een toename tot 260 000 tegen 2060.

Om preventieve zorg te doen slagen is zelfmanagement door de burger cruciaal. Ook het paradepaardje van de preventieve zorg, de Gezondheidsgids, maakt deze transitie naar meer zelfmanagement. Met deze visietekst wil het kennisdomein Preventie en Gezondheidspromotie verduidelijken hoe dit in de praktijk kan worden doorgevoerd.

Door een stijging in de levensverwachting groeit ook het aantal mensen met chronische aandoeningen en bijgevolg ook van het aantal personen met dementie. Het Expertisecentrum Dementie tracht in het boek ‘Dementie, De Essentie’ een overzicht te geven van de belangrijkste informatie over dementie.

Zorgt de behandeling van de bloeddruk aan de hand van risicotabellen (CV-strategie) voor minder cardiovasculaire events dan een behandeling enkel gebaseerd op bloeddrukwaarden (BD-strategie)?

In onze contreien wordt bij ongeveer 6% van de autochtone 60-plussers dementie vastgesteld. In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk is de prevalentie van (milde) cognitieve achteruitgang en dementie hoger bij inwoners met een Afrikaanse of Caribische achtergrond. In Denemarken bleek dementie tweemaal zo vaak voor te komen bij 60-plussers met een Turkse achtergrond als bij autochtone 60-plussers (13,5 versus 7,0%).

Een zittend, weinig actief leven is de norm geworden in de westerse wereld, zowel tijdens de werkuren (zittend voor het beeldscherm of in de wagen) als tijdens de vrije tijd (televisiekijken). Deze groeiende sedentaire levenswijze zorgt wereldwijd voor jaarlijks vijf miljoen vroegtijdige overlijdens. Een zittend leven kan niet altijd vermeden worden, maar een belangrijke vraag is: kan (extra) fysieke inspanning de nadelige effecten van een sedentair leven compenseren of tenietdoen?

Dementie is een syndroom gekenmerkt door progressieve cognitieve achteruitgang en toenemende beperkingen in sociaal of beroepsmatig functioneren. Een hoge leeftijd is de belangrijkste voorbeschikkende factor; daarnaast zijn er ook andere factoren gekend zoals roken, diabetes, genetische factoren, ...

Het Vlaams Instituut Gezond Leven (voorheen VIGeZ) introduceerde half september een volledig vernieuwd model van de actieve voedingsdriehoek: een voedingsdriehoek én een bewegingsdriehoek. Deze nieuwe modellen komen tegemoet aan de wetenschappelijke en maatschappelijke evoluties. Het eerste voedingsvoorlichtingsmodel in Vlaanderen dateert al van 1967: het Klavertje Vier. Dertig jaar later, in 1997, werd de voedingsdriehoek geïntroduceerd. In 2004 werd de voedingsdriehoek aangevuld met een beweeglaag. Zo ontstond de actieve voedingsdriehoek. In 2011 volgde nog een beperkte inhoudelijke update.