Menu

Dossier Vaccinaties

In een preventief gezondheidsbeleid spelen vaccinaties een cruciale rol en beschermen ze de volksgezondheid. Bij iedere vaccinatie zijn er vragen over de doeltreffendheid, eventuele bijwerkingen en over de verdeling van deze taak in de gezondheidszorg.

Systematische vaccinaties zijn een van de belangrijkste interventies die bijdragen aan public health, maar hebben pas succes als een voldoende grote groep van de bevolking gevaccineerd is. Dit succes komt in het gedrang door individuen en groepen die vaccinaties in vraag stellen of absoluut weigeren. Deze groep wordt vaak aangeduid als ‘antivaxers’ of ‘anti-vaccinatielobby’, maar binnen dit artikel wordt de meer neutrale term ‘vaccinatiescepticisme’ gehanteerd.

Onderzoek binnen en buiten Europa toont aan dat huisartsen meerdere barrières ondervinden bij het benaderen van ouders die een sceptische houding aannemen ten aanzien van vaccinaties voor hun kinderen. Huisartsen zijn niet geneigd om tijd te investeren in discussies over het thema omdat ze vinden dat andere issues voorrang verdienen. De overtuiging dat de discussie de mening van de weerstandige personen niet zal veranderen, speelt hierbij ook een rol.

Van 15 tot 29 maart 2019 werden persoonlijke interviews afgenomen bij 27 524 Europese burgers uit verschillende sociale en demografische groepen. Deze interviews gebeurden in de thuisomgeving van de deelnemers en in de eigen moedertaal.

Met de start van een nieuw schooljaar gaan ook de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) en de jeugdartsen (de vroegere ‘schoolartsen’) opnieuw van start. Hoe dragen zij bij aan de preventieve gezondheidszorg voor kinderen en jongeren en hoe werken zij samen met huisartsen? Jeugdgezondheidszorg spitst zich toe op de preventieve gezondheidszorg van kinderen en jongeren van bij de conceptie tot 25 jaar.

Het takenpakket van de huisarts neemt toe en ook de patiënt verwacht kwaliteit van de geleverde zorgen. Voor huisartsen blijft het koorddansen om onder de toenemende administratieve druk de patiëntenzorg niet in het gedrang te brengen. Delegatie van administratieve taken, praktijkorganisatie en medische handelingen dringt zich op.

Een hymenopterasteek geeft meestal aanleiding tot milde lokale symptomen. Zeer gevoelige individuen kunnen er nochtans zelfs na enkele minuten aan overlijden. Het is dus belangrijk dat de diagnose van hymenopteragifallergie snel wordt gesteld. Maar wat zijn de klinische verschijnselen die de huisarts kunnen alarmeren? Welke diagnostische hulpmiddelen heeft hij binnen handbereik om zekerheid te krijgen? Waaruit bestaat zijn beleid en welk advies kan hij zijn patiënt geven om hymenopterasteken te voorkomen? Dit artikel geeft op al deze vragen een antwoord.

Cijfers van het Federaal Kenniscentrum en statistische gegevens van het Riziv en de federale overheidsdienst Volksgezondheid geven aan dat we afstevenen op een relatief en absoluut tekort aan huisartsen. Veel Vlaamse huisartsen zijn ouder dan 55 jaar en de instroom van nieuwe huisartsen is onvoldoende om de uitstroom op te vangen. Ondertussen veroudert de bevolking met meer chronische zorg tot gevolg.

Zwangere vrouwen en pasgeborenen hebben in het algemeen een verhoogd risico voor infectieziekten. Kinkhoesten griepvaccinatieprogramma's tijdens de zwangerschap hebben bewezen dat ze effectief zijn in het voorkomen van ziekte en hospitalisatie door kinkhoest en influenza, van zowel zwangere vrouwen als hun jonge zuigelingen. Sinds augustus 2013 raadt de Hoge Gezondheidsraad van België (HGR) kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap aan bij iedere zwangerschap tussen 24 en 32 weken zwangerschapsduur.

De vaccinatiegraad is de meest gebruikte indicator om vaccinatieprogramma’s te beoordelen. Wanneer administratieve gegevens over het aantal toegediende dosissen van de vaccins per doelgroep niet beschikbaar zijn, kan de vaccinatiegraad opgevolgd worden via periodiek (elke 3 tot 5 jaar) uitgevoerde surveys in de bevolking (i.e. vaccinatiegraadstudie), zoals in Vlaanderen gebeurt sinds 1999.

Het district Hoboken startte in 2008 met het persoonlijk uitnodigen van 65-plussers om zich door hun huisarts te laten vaccineren tegen griep. Men zag zowel een relatieve als een absolute stijging van het aantal griepvaccinaties binnen het district. Dankzij samenwerking op lokaal niveau nam de griepvaccinatiegraad op korte termijn toe.