Menu
Geavanceerd zoeken

Methoden Wat je moet weten Doel Als je een wetenschappelijk onderzoek als een smakelijk kennisgerecht beschouwt, dan is de paragraaf over methoden zoiets als een recept waarin de voor het onderzoek benodigde ingrediënten staan beschreven en de manier waarop ze moeten worden gecombineerd bij het bereiden. In het ideale geval stelt het recept lezers in staat het gerecht opnieuw te bereiden met hetzelfde resultaat. De paragraaf over methoden vormt de verbinding tussen de introductie en de resultaten, zodat een duidelijke verhaallijn ontstaat: als het goed is, beschrijft deze paragraaf de meest...

Veel tijdschriftredacteuren (en reviewers) geven tegenwoordig de voorkeur aan een korte en op het onderwerp toegespitste inleiding. Doel van de inleiding is om de lezer de essentiële informatie te geven die hij/zij nodig heeft om te begrijpen waarom je je onderzoek hebt gedaan en om de onderzoeksvraag te presenteren.

De toename aan literatuur neemt vandaag bijna exponentiële vormen aan. Wanneer we alleen al de wetenschappelijke literatuur over ‘diabetes mellitus type 2’ trachten te isoleren via een zoektocht op MEDLINE met deze Mesh-term, levert dit vandaag 91 000 artikels op. Als huisarts kunnen we daarom tevreden zijn dat er ziektespecifieke en op de praktijk gerichte richtlijnen bestaan die pogen om een kritische synthese te zijn van deze veelheid aan vaak erg detaillistische literatuur.

Mobile health is de ‘missing link’ in geïntegreerde zorg en welzijnszorg. Zorg verschuift hierdoor van residentieel naar ambulant en op langere termijn naar de individuele thuisomgeving. Toch is er nog weerstand.

In Europa is de markt van de generische middelen enorm gegroeid. De verkoop loopt sterk uiteen in de verschillende landen, maar varieert van 10% tot 90% van de totale markt. In België zijn de generische middelen goed voor ongeveer 15% van het totale farmaceutische marktaandeel in verkochte verpakkingen.

De resultaten van de waardevolle Vlaamse studie naar sneltesten in dit tijdschrift zijn opvallend (zie blz. 196). Het beperkte actuele gebruik staat in schril contrast met de grote behoefte aan nieuwe point of care (POC)-testen in de praktijk, althans opgetekend door (een selectie van) huisartsen die de moeite hebben genomen hiertoe een vragenlijst in te vullen.

In de tweede helft van de 20e eeuw beschikten veel huisartsen in hun praktijk over een beperkte set van laboratoriumtesten die zij zelf uitvoerden (albuminurie door kookproef, glucosurie, hemoglobine,...). Een forse uitbreiding van de diagnostiek aan de hand van laboresultaten werd in eerste instantie in de huisartsenpraktijk mogelijk gemaakt door centralisatie van analyses in een aantal laboratoria.

In haar doctoraat pleit psychologe Kim Beernaert voor een dringende aanpassing van het palliatief statuut. Deze zorg moet vroeger opgestart kunnen worden en niet enkel door gespecialiseerde diensten gebeuren.

Zowel slaapproblemen als hypnoticagebruik nemen in onze maatschappij een belangrijke plaats in. Volgens Anthierens gebruikt 13% van de bevolking wel eens benzodiazepines. De Folia Farmacotherapeutica besluit tot een cijfer van 10%, wat volgens hen kan oplopen tot 20 à 50% in rust- en verzorgingstehuizen. Het probleem kent nog steeds een stijgende incidentie, ondanks het verslavende karakter van benzodiazepines, het uitgebreide nevenwerkingenprofiel en de beperkte efficiëntie om de slaapkwaliteit en slaapduur op lange termijn te verbeteren.

Als startende praktijkopleider werd mijn aandacht getrokken naar dit boek. Wat doet een praktijkopleider en wat betekenen STACO en ROC ook alweer? Een blik op de inhoudstafel zal vele opleiders doen watertanden: sollicitatiegesprekken, opleiden op de werkvloer, werkplekleren, disfunctionerende aios,…