Menu

De richtlijnen van de WHO/ISH (World Health Organization/International Society of Hypertension) voor de klinische en therapeutische benadering van hoge bloeddruk zijn voor de Vlaamse huisartsen een belangrijke richtlijn. Dit artikel resumeert en bespreekt de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van een vorige publicatie. Achtereenvolgens worden de bloeddrukmeting, de optimale doelbloeddruk, het inschatten van het risicoprofiel en het hypertensiebeleid bij specifieke doelgroepen zoals diabetici, geïsoleerde systolische hypertensieven en hoogbejaarden besproken. Daarna komen de rol van niet...

Na 1945 kwam het specialisatieproces in de geneeskunde in alle West-Europese landen en in de Verenigde Staten in een stroomversnelling. In een aantal landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Nederland slaagden de huisartsen erin om een herkenbaar domein af te bakenen. Zij hadden hierbij een voorsprong omdat ze reeds voor de oorlog een aantal structurele maatregelen, zoals verplichte verwijzing en forfaitaire honorering, hadden ingevoerd. In deze landen werd vrij snel een wetenschappelijke en beroepsvereniging voor huisartsen opgericht. Zij waren ook bij de koplopers in de ontwikkeling van een...

Op de eerste lijn worden steeds meer groepspraktijken, associaties en samenwerkingsverbanden opgericht. Hierbij komen heel wat aspecten kijken: welke visie heeft de groep op de praktijk, hoe verloopt de communicatie, hoe richt men de praktijk in, wat zijn de financiële en juridische complicaties,... ? Vanuit verschillende disciplines (organisatiepsychologie, bedrijfseconomie, geneeskunde,...) moeten hiervoor oplossingen worden gezocht. Sinds een drietal jaar is het Interuniversitair Centrum voor Huisartsenopleiding (ICHO) bezig met het uitwerken van een opleidingspakket over deze verschillende...

Hoe vaak worden huisartsen met kindermishandeling in de praktijk geconfronteerd en hoe pakken ze dit aan? Hierover zijn geen gegevens bekend. Daarom werd een enquête opgesteld, waaraan 250 huisartsen meewerkten. Ongeveer de helft van hen had de voorbije vijf jaar een vermoeden van kindermishandeling. De meeste huisartsen verwezen hiervoor naar een deskundige, meestal een pediater, of naar een voorziening zoals een Vertrouwenscentrum. De helft van de bevraagde huisartsen wenste ook meer informatie, vooral dan over wat ze moeten doen bij een vermoeden van kindermishandeling, de juridische en...

Het aantal patiënten dat antistollingstherapie volgt, neemt sterk toe. Een regelmatige verbetering van de therapieschema's en een audit van de klinische praktijk is dus noodzakelijk. Er is een aanzienlijke vooruitgang geboekt door de rapportering van de protrombinetijd (PT) als een International Ratio (INR). Voor het merendeel van de indicaties is een INR van 2,0 tot 3,0 aangewezen. Ook in de startprocedures zijn nieuwe, veiligere richtlijnen van kracht, waarbij het geven van een oplaaddosis vervangen is door het starten met een onderhoudsdosis. In de onderhavige richtlijnen vindt u een...

Wereldwijd neemt de behoefte aan antistollingstherapie toe. In België wordt die therapie deels opgestart in kliniekverband en in mindere mate in de huisartsenpraktijk. De opvolging is, anders dan bij onze noorderburen en in Groot-Brittannië, vooral een huisartsentaak. Vandaar een poging tot evaluatie bij een groep huisartsen in het centrum van Antwerpen. Het doel van ons onderzoek was dubbel. Enerzijds wilden we een evaluatie maken van het antistollingsbeleid bij huisartsen aan de hand van de INR-waarden en door ze te vergelijken met de resultaten van de observatietijd, berekend via de...

Tussen de gewone alcoholist en een arts met alcoholproblemen zijn er wellicht meer gelijkenissen dan verschillen. Alles wat een gewone alcoholist kan overkomen, kan dus eveneens het lot van een huisarts worden. Een van de grootste moeilijkheden om alcoholisme bij een arts aan te pakken is zijn of haar ontkenning van het probleem. Afhankelijkheid van alcohol zien artsen bij hun patiënten maar niet bij zichzelf. De eerste symptomen van alcoholisme zullen ze ook vaak camoufleren met pijnstillers, tranquillizers of juist stimulantia. Ook de familie, vrienden en collega's zullen het drinken van de...

Welk medisch materiaal en welke geneesmiddelen neemt een huisarts mee op huisbezoek? Hoe vaak worden ze gebruikt en hoe kan het beheer ervan worden geoptimaliseerd? Deze vraagstelling vormde het uitgangspunt van een onderzoek in twee lokale kwaliteitsgroepen (LOK's) van Overijse en Hoeilaart. Uit dit onderzoek bleek dat de uitrusting van de meeste artsen zeker voldeed om de nodige zorgen toe te dienen, zowel bij gewone huisbezoeken als bij urgenties. Bijna de helft van artsen bracht na de eerste LOK-bijeenkomst ook een verbetering aan in zijn trousse. Hieruit mag blijken dat LOK-bijeenkomsten...

Enige tijd geleden kwamen er twee gevallen in de actualiteit van artsen die werden aangeklaagd voor ongewenste intimiteiten. De media sponnen deze verhalen lang en breed uit op de voorpagina's van de kranten. Daarbij werd aangegeven dat dergelijk ongepast gedrag "veel" voorkwam. Niemand vroeg zich af wat "veel" precies betekende en nergens werd verwezen naar bestaande literatuur. Het was voor ons een aanleiding om na te gaan wat in de literatuur hierover te vinden is.

Medische besliskunde is terzelfder tijd aantrekkelijk en bevreemdend. Intuïtief voelen we dat de menselijke geest op die manier werkt, maar het wordt moeilijk als we concrete praktijksituaties stap voor stap willen reconstrueren met besliskunde. Vooral het inschatten van het aantal vals-positieven en vals-negatieven is niet eenvoudig. Aan de hand van een casus over enkeltrauma worden de basisbegrippen van medische besliskunde hier toegepast. Hierbij wordt zo dicht mogelijk bij het klinisch redeneren van de huisarts gebleven.