Menu

Bij de start van de Europese antibioticaweek op 12 november verdedigde dr. Marieke Lemiengre haar doctoraatsonderzoek aan de UGent over het effect van twee interventies op het voorschrijven van antibiotica bij acuut zieke kinderen. Het ontwikkelen van interventies met andere disciplines kan tot betere resultaten leiden.

Diagnostische onzekerheid kan leiden tot het overmatig voorschrijven van antibiotica bij kinderen: enerzijds is het moeilijk om virale van bacteriële infecties te onderscheiden, anderzijds voelt het ontzeggen van antibiotica aan een kind met een mogelijke bacteriële infectie verkeerd.

Geneeskunde is geen nine-to-five gegeven. In Vlaanderen voorzien spoeddiensten en huisartsen van wacht in zorg buiten de kantooruren of out-of-hours care. In sommige regio’s kunnen patiënten eveneens terecht in huisartsenwachtposten.

Migratie is wereldwijd een groeiend fenomeen. Een op vijf inwoners van de huidige Belgische bevolking is geboren met een vreemde nationaliteit. Elf procent is vreemdeling en negen procent buitenlander die Belg geworden is. Bijgevolg is het niet vanzelfsprekend dat elke patiënt in de wachtzaal onze taal beheerst. De taalbarrière die zo ontstaat tussen artsen en patiënten, kan communicatieproblemen met zich meebrengen en zo het klinisch werk ernstig bemoeilijken.

Hoe bepalend zijn opleiding of etnische afkomst in de zorg rond het levenseinde? En hoe wordt de kwaliteit van deze zorg ervaren? De kennissynthese van het Nederlandse NIVEL deed een uitgebreid onderzoek naar factoren die ongelijkheid in de palliatieve zorg kunnen verklaren.

Vroegtijdige zorgplanning is een communicatieproces tussen individuen, hun familieleden en zorgverleners waarmee competente patiënten hun toekomstige zorg en levenseindezorg kunnen plannen voor het moment dat ze zelf geen beslissingen meer kunnen nemen. Studies hebben aangetoond dat vroegtijdige zorgplanning de gesprekken over het levenseinde op gang brengt, de stress bij surrogaat beslissingsnemers doet afnemen, levensverlengende behandelingen vermindert die in strijd zijn met de voorkeuren van de patiënt en de kwaliteit van zorg bij het levenseinde verbetert.

Negen op de tien mensen die overleden zijn door suïcide, hebben ten minste één keer contact gehad met een professionele hulpverlener – vaak de huisarts – in de laatste drie maanden voor hun dood.

De patiënt correct informeren over voeding en gezondheid is belangrijker dan ooit, ook in de eerstelijnsgezondheidszorg. Voedingsgerelateerde aandoeningen komen steeds meer voor en kortere ziekenhuisopnames vereisen een goede nutritionele opvolging in de thuissituatie. Bovendien zijn vele mensen zich nu meer bewust van het belang van een gezonde voeding, maar worden ze via diverse kanalen overspoeld met verwarrende en foute voedingsadviezen, modediëten en hypes.

Het Medisch Farmaceutisch Overleg (MFO) brengt huisarts en huisapotheker samen en focust op de kwaliteitsverbetering van het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen. Een voorbeeld van een Medisch-Farmaceutisch Overleg is de opvolging van de directe orale anticoagulantia (DOAC’s). Dit overleg is een ideale gelegenheid om na te gaan wat ‘de andere’ allemaal weet en kan en waar samenwerking kan leiden tot een verhoogde veiligheid voor de patiënt. Het programma geeft de gelegenheid om tot concrete afspraken te komen tussen huisarts en huisapotheker. Dit geaccrediteerde kwaliteitsbevorderend...

Om klinisch-wetenschappelijk bewijs te kunnen vertalen naar de praktijk is het essentieel om verandering in professioneel gedrag te begrijpen, inclusief de barrières en faciliterende factoren. Interventies die in een klinische onderzoeksetting het meest doeltreffend zijn, zijn echter niet noodzakelijk de interventies die huisartsen het liefst willen leren, het makkelijkst vinden om toe te passen of prioritair te implementeren, of die het meest geschikt zijn voor hun praktijk.