Menu

Sinds 2002, waarin zowel de euthanasiewet als de wet op de palliatieve zorg werden goedgekeurd, is er duidelijk meer aandacht gekomen voor de palliatieve zorg. De bijdrage van L. Van den Block brengt helderheid over de verschillende medische beslissingen omtrent het levenseinde van de patiënt en de rol van de palliatieve teams hierin. Heel wat intuïties krijgen hun bevestiging, maar een aantal vragen blijven ook onbeantwoord.

De patiëntgerichtheid komt bij elk contact met elke individuele patiënt telkens opnieuw onder druk te staan. Hoe verder een arts evolueert in dit vak, hoe makkelijker een arts het universele in de patiënt kan detecteren. De patiëntgerichtheid kan dus wel eens in de prullenbak geraken, zonder dat het een ongeluk is.

Een verrassend cijfer in dit proefschrift is dat 85% van de patiënten met een vermoeden van een ernstige hartziekte verwezen werd, onafhankelijk van de mate van zekerheid die de huisarts had over de diagnose. Dit wil ook zeggen dat 15% niet werd verwezen. Heel terecht stelt de auteur dan ook vragen over de drempels die huisartsen hanteren bij verwijzing.

Met de juiste interventies en preventieve acties willen we zo lang en gezond mogelijk leven. Een ‘gezondheidsgids’, zoals ook Domus Medica heeft uitgegeven, kan dan het juiste receptenboekje zijn om dit te bereiken. Maar hoe werkt het in de praktijk?

In Huisarts Nu publiceerden we reeds een artikel dat de mogelijkheden beschreef van CT-colografie voor de opsporing van coloncarcinoom. Dit overzicht evalueerde de CT-colografie als screeningstest voor het opsporen van colonkanker. Wat tegenviel, was de spreiding van de gevoeligheid van de test: van 55 tot 93%.

In Nederland zullen de 65-plussers in 2050 een kwart van de bevolking uitmaken. Dit was in 2008 nog 15%. De oorzaak van deze vergrijzing is voldoende bekend: de toename van de levensverwachting en de naoorlogse babyboomers die allen op leeftijd komen.

Het voorschrijven van antibiotica op populatieniveau leidt tot de selectie van resistente bacteriën, maar heeft het individuele voorschrijfgedrag van huisartsen m.b.t. antibiotica ook gevolgen voor de selectie van resistente stammen bij individuele patiënten en hoelang kunnen deze bacteriën dan resideren bij de patiënt?

Vroegtijdige zorgplanning heeft als bedoeling de patiënt een goed zicht te geven op zijn ziekte en om zijn waarden, overtuigingen, wensen, zorgdoelen en mogelijke opties bij de behandeling te leren kennen. Indien nodig, duidt men iemand aan die namens de patiënt kan optreden.

Deze studie is tot stand gekomen in het ‘HTA-programme’ van het National Institute for Health Research (NIHR), dat vergelijkbaar is met ons Federaal Kenniscentrum. Dit studiecentrum verzamelt wetenschappelijk onderbouwde data die het beleid binnen de gezondheidszorg in het Verenigd Koninkrijk kunnen helpen oriënteren.

Tot nu toe is metformine het enige orale antidiabeticum dat kon aantonen dat het in vergelijking met andere antidiabetica de totale mortaliteit reduceerde. Metformine heeft wel de kwalijke reputatie het risico op een lactaatacidose te verhogen.