Menu

Het Huisartsen Peilpraktijken Netwerk registreerde in 1989 alle cerebrovasculaire incidenten in België. Een eerste vaststelling was dat de incidentie van CVA's in 1989 daalde ten opzichte van 1984. Daarnaast viel op dat zowel CVA's als TIA's frequenter voorkwamen bij vrouwen dan bij mannen en dat hun incidentie steeg met de leeftijd. Uitvalsverschijnselen zoals een gestoord bewustzijn, spraakstoornissen en incontinentie scoorden ook opvallend hoog bij CVA-patiënten. Of er een verband bestaat tussen deze uitvalsverschijnselen en de hogere mortaliteit na een CVA in ons land, kon op basis van...

Van bij de oprichting van de WVVH-documentatiedienst werd een database aangelegd met documentatie over huisartsengeneeskunde en eerstelijnszorg. De opzet was in dit documentatiebestand naast tijdschriftartikels, boeken en abstracts, ook beschrijvingen van lopend onderzoek op te nemen. Op die manier kunnen relaties worden gelegd tussen records met onderzoeksprojecten en records met onderzoeks­publikaties.

De oproep om te reageren op het voorstel van de consensus betreffende baarmoederhals- en borstkankeropsporing, verschenen in het april- en meinummer van Huisarts Nu, leverde belangrijke reacties op. Hieronder volgt een kort overzicht. De ontvangen opmerkingen worden verwerkt in een nieuw voorstel aan de Algemene Vergadering van de WVVH.

"Opsporing van borstkanker in Vlaanderen" is de titel van de consensustekst die, zoals uit het vorige artikel in deze editie blijkt (“Borstkankeropsporing: veranderingen op til”, blz. 169), hier ter discussie wordt voorgelegd. De tekst schetst een algemene visie op de taak van huisarts en specialist, het niveau van organisatie van de screening, de nodige infrastructuur, zowel voor huisarts als voor de andere partners, de meest aangewezen oproep- en registratiesystemen en normen van follow-up. Goed beargumenteerde reacties zijn van harte welkom.

Welke houding dient de Vlaamse huisarts anno 1994 tegenover borstkankeropsporing aan te nemen? Zijn georganiseerde opsporingsprogramma’s op brede schaal wenselijk in Vlaanderen en Brussel? Onder welke voorwaarden kan de bevolking hier baat bij vinden? Hoe kan georganiseerde borstkankeropsporing op de lokale preventieprojecten van huisartsenkringen en gemeenten worden afgestemd? Deze vragen vormden de aanleiding tot de vorming van een uniform huisartsenstandpunt over borstkankeropsporing. Volgens welke methode een dergelijke “consensus" tot stand komt, vindt u hieronder.

"Opsporing van baarmoederhalskanker in Vlaanderen" is de titel van de consensustekst in verband met deze problematiek die zoals uit voorgaande artikels in deze editie blijkt, hier ter discussie wordt voorgelegd. De tekst schetst een algemene visie op de taak van huisarts, specialist en laboratoria, het niveau van organisatie van de screening, de nodige infrastructuur, zowel voor huisarts als voorde andere partners, de meest aangewezen oproep- en registratiesystemen en normen van follow-up. Goed beargumenteerde reacties zijn van harte welkom.

Zoals in het redactioneel commentaar vooraan in dit tijdschrift gesteld, zijn uniforme huisartsenstandpunten ten aanzien van de gezondheidszorgen wenselijk (zie blz. 130, Kiezen en delen; en Bijdragen in de discussie). In deze zin schetst de tekst “Opsporing van Baarmoederhalskanker in Vlaanderen” op blz. 135 een algemene visie van de huisartsen ten aanzien van cervixkankeropsporing. In een volgend nummer van Huisarts Nu zal een analoge tekst verschijnen over borstkankeropsporing. Waarom ontstaat zo’n algemene visie van huisartsen ten aanzien van dit specifieke gezondheidsaspect, en welke...

Onder leiding van het Vlaams Huisartsen Instituut werd in vijf Europese landen onderzoek verricht naar preventie in de huisartsenpraktijk. Dit gaf soms verrassende resultaten. Zo wordt er overal weinig geloof gehecht aan rookstopadvies, terwijl dit juist een bewezen effect heeft. In Vlaanderen bleek de preventiekaart weinig te worden gebruikt. De aanpassing hiervan alsook een beter dossier- en tijdsbeheer zijn volgens dit onderzoek dringend nodig, wil de huisarts zijn taak inzake preventie beter opnemen.

Een onderzoek naar de meningen van de bevolking over preventie: een dergelijke studie werd uitgevoerd bij de bevolking van Beerse-Vosselaar door een groep huisartsen in samenwerking met het Vlaams Huisartsen Instituut. Vragen zoals “In hoeverre staat de bevolking open voor preventieve onderzoeken?” en “ Welke zijn de hinderpalen en hoe kan de huisarts de bevolking bereiken?” worden in deze studie beantwoord.

Enkele leden van de Commissie Algemene Preventie verzamelden een aantal gevallen uit hun praktijk. Deze gevallen hebben gemeen dat zich tijdens een vroegtijdig opsporingsonderzoek naar kanker allerlei praktische problemen voordeden, die achteraf bekeken goed te voorkomen waren. Daarom worden na de gevalsbesprekingen enkele spelregels voorgesteld.