Menu

Net voor de gemeenteraadsverkiezingen werden we even opgeschrikt door een evenement georganiseerd door een tot dan onbekende vereniging ‘vzw PSA Vlaanderen’ in samenwerking met het lokale gemeentebestuur. Alle mannen boven de leeftijd van vijftig, ikzelf incluis, werden uitgenodigd in de lokale sporthal om, liefst samen met echtgenote, gewezen te worden op het gevaar dat we lopen door het gedrag van een eigenwijze klier, die zich aan de onderkant van de blaas en net voor het rectum bevindt.

Wanneer ouders al dan niet medische problemen ondervinden bij borstvoeding aan hun baby, dan kloppen ze voor advies meestal aan bij hun huisarts. Diens kennis van een aantal belangrijke borstvoedingsregels is dus van grote waarde voor het welslagen van borstvoeding. Maar is deze kennis wel toereikend? Dit is wat vzw De Bakermat aan de hand van een bevraging bij 300 huisartsen wilde achterhalen. Uit de resultaten blijkt dat er heel wat hiaten zitten in hun kennis van borstvoeding: zo weten velen niet dat een toename van de vraag naar voeding op een groeispurt wijst en dat het foutief aanleggen...

Huisartsen pleiten al jaren voor echelonnering. De zogenaamde medische centra voor huisartsen (MCH’s) betekenen hierin een doorbraak. Hun belangrijkste kenmerk is de obligate verwijzing van de patiënt door de huisarts. Deze situatie is uniek voor Vlaanderen. In deze beschrijvende studie worden de negen tot hiertoe opgerichte MCH’s vergeleken op vlak van verenigingsvorm, interne organisatie, personeelsbeleid, financiële structuur en externe samenwerking. Ook andere gelijkaardige initiatieven worden onder de loep genomen.

De permanentieplicht (24 uur op 24 uur) is voor huisartsen met een solopraktijk een erg zware taak. Steeds meer soloartsen slaan de handen in elkaar en maken onder meer afspraken om de permanentie in bepaalde omstandigheden van elkaar over te nemen. Deze verkennende studie ging na met wie huisartsen samenwerken, hoe vaak ze dat doen en hoe ze deze samenwerking het liefst georganiseerd willen zien. Uit de resultaten blijkt dat oudere artsen voor de permanentieregeling eerder samenwerken met één collega; jongere artsen roepen eerder de hulp in van een netwerk.

Het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde (ACHG) van de Katholieke Universiteit Leuven beheert sinds 1990 een databank met informatie over ziekten, laboresultaten en medicatievoorschriften. Alle gegevens zijn afkomstig van de gestructureerde registratie in het elektronisch medisch dossier (EMD) van huisartsenpraktijken verspreid over heel Vlaanderen. Ophaling, verwerking en bevraging zijn geautomatiseerd. Epidemiologische gegevens worden berekend en ter beschikking gesteld van geïnteresseerde onderzoekers. Dit eerste artikel van deze nieuwe reeks bespreekt een aantal algemene kenmerken...

Onderzoek wijst uit dat euthanasie slechts in een kleine minderheid wordt toegepast, terwijl de vraag naar euthanasie vier keer vaker zou worden gesteld dan ze wordt ingewilligd. In tegenstelling tot Nederland hadden we in Vlaanderen tot voor kort geen zicht op de motieven van terminale patiënten om euthanasie te vragen of te overwegen. Intussen werden in 2002 in Vlaanderen twee kwalitatieve studies verricht. De belangrijkste motieven voor euthanasie bleken de pijnproblematiek, het recht op waardig sterven en het zich tot last voelen van de familie.

Wat hebben huisartsenkringen nodig om aan kwalitatieve en huisartsgerichte navorming te doen? Dit was het uitgangspunt van een onderzoek dat de WVVH in 1995 organiseerde. Eerst werd onder­zocht welke navorming huisartsenkringen op dat moment aan hun leden aanboden. Welke topics kwamen veel aan bod, hoe werden de onderwerpen gekozen en gegeven, over welke middelen beschik­ten de huisartsenkringen? Hieruit konden de behoeften en noden worden afgeleid. Opvallend was dat nog heel wat navorming ex cathedra wordt gegeven en dat binnen de kring een te kleine groep instaat voor het meeste werk en de...

Voor urineweginfecties bij niet-zwangere vrouwen worden acht verschillende producten voorgeschreven en varieert de therapieduur van één dag tot twaalf da­gen. Dat is de conclusie van een beperkt onderzoek bij een geselec­teerde groep huisartsen. Als de aanpak van artsen zo sterk varieert, stelt zich een kwaliteitsprobleem. Goed gecontroleerd onderzoek is daarom nodig om een "evidence based" beleid uit te bouwen, zo­wel op diagnostisch als op therapeutisch vlak.

In het Verenigd Koninkrijk is facilitation of huisartsenbegeleiding al enkele jaren een vast begrip in artsenkringen. De facilitators werken er over het hele land en begeleiden de huisartsen bij het optimaliseren van hun preventieve activiteiten. Werkt facilitation ook in Vlaanderen? Om dit na te gaan, werd een project opgezet rond. huisartsenondersteuning bij kankerpreventie. Gedurende een jaar werden 25 huisartsen gevolgd en begeleid door een facilitator. Na afloop werd gepeild naar hun ervaringen.