Menu

In dit tweede artikel over de kwaliteitszorg in de huisartsgeneeskunde wordt een Europees instrument voorgesteld waarbij de huisartsenpraktijk zelf het middelpunt van kwaliteitsverbetering is. Dit instrument, EPA, werd in 37 huisartsenpraktijken in België getest. De deelnemers waren enthousiast, omdat ze snel veel te weten kwamen over de werking van hun praktijk en ook omdat ze zich met andere praktijken konden vergelijken. Voor een ruimere toepassing van EPA in de Belgische context is er wel nood aan meer coaching en infrastructuur.

In de behandeling van virushepatitis en andere leveraandoeningen zijn vooral de beperkingen in de terugbetalingsregeling in België opvallend in vergelijking met de situatie in Nederland. Sommige producten die het hepatitis B-virus het krachtigste remmen en resistentievorming tegengaan, kunnen hier niet in de eerste lijn gebruikt worden. Ook voor de behandeling van hepatitis C moeten soms heel wat procedures gevolgd worden om terugbetaling te bekomen. De auteurs pleiten dan ook voor een herziening van deze regeling in ons land.

Spelen bepaalde karakteristieken van de eerstelijnsgezondheidszorg een rol in het voorschrijven van antibiotica? Of zijn demografische factoren, zoals een oudere bevolking, van groter belang? In deze studie worden een aantal karakteristieken voor de gezondheidszorg en demografie vergeleken tussen België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. De resultaten suggereren dat Nederlandse huisartsen in hun voorschrijfgedrag meer door professionele standaarden worden gestuurd en Belgische artsen meer door de vraag van de patiënt.

Het laatste nummer van deze geslaagde jaargang eindigen we onder andere met de vertaling van een uitermate relevant artikel. Hierin vergelijken medewerkers van het ‘European Surveillance of Antimicrobial Consumption'-project (ESAC; www.ua.ac.be/esac) het antibioticagebruik in de ambulante praktijk van 1997 tot 2002 in 26 Europese landen en koppelen het aan resistentiegegevens van het ‘European Antimicrobial Resistance Surveillance System’ (EARSS; www.ears.rivm.nl).

Met het oog op een betere kostenefficiëntie en een beheersbaar budget, erkent de overheid het belang van de coördinerende rol van de huisarts bij chronische aandoeningen. Daarom stimuleert ze via het Koninklijk Besluit van 22 juni 2001 experimentele projecten van geïntegreerde en gedeelde zorg onder verantwoordelijkheid van huisartsen. Bij de ontwikkeling en implementatie van een nieuw zorgmodel is het belangrijk om de visie te kennen van belangengroepen of stakeholders. Dit interuniversitair project hield een bevraging bij achttien belanghebbende organisaties betrokken bij de diabeteszorg in...

Sinds meer dan anderhalf jaar is in de zorg voor diabetespatiënten een zeer praktisch instrument beschikbaar: de diabetespas. Deze pas zou de patiënt toelaten zelf zijn persoonlijke doelstellingen bespreekbaar te maken met de huisarts, die met hem het noodzakelijke zorgtraject beter zou kunnen uittekenen. Daarnaast zou de diabetespas de samenwerking tussen de verschillende zorgverleners in eerste en tweede lijn verbeteren. We kunnen ons afvragen in welke mate de diabetespas vandaag in de diabeteszorg wordt gebruikt en of de zorg daardoor is verbeterd. De auteurs interpelleerden de...

Antibiotica worden frequent voorgeschreven in de eerstelijnsgezondheidszorg, vooral bij acute luchtweginfecties, waar ze in feite weinig of geen effect hebben. Zijn er verschillen in antibioticavoorschrijfgedrag tussen Nederlandse en Belgische huisartsen? Zo ja, zijn die dan ook significant? En hoe kunnen we ze verklaren? Deze studie vergeleek het beleid bij acute hoest in beide landen. Opvallend resultaat is dat Belgische huisartsen minder eerstekeusantibiotica (doxycycline of amoxicilline) voorschrijven dan hun Nederlandse collega’s.

Hoewel er in België geen algemene wetgeving bestaat die de procedure rond HIV-tests regelt, kunnen artsen die een HIV-test uitvoeren zonder toestemming van de patiënt, burgerrechtelijk, strafrechtelijk en onder disciplinaire jurisdictie worden vervolgd. Deze studie ging na wat het aandeel van HIV-tests zonder toestemming van de patiënt is in de Belgische huisartsengeneeskunde en onderzocht de omstandigheden waarin dit gebeurt. Uit de resultaten blijkt dat meer dan 20 % van de preoperatieve, de voorhuwelijkse en de HIV-tests om administratieve redenen uitgevoerd worden zonder medeweten van de...

Tweemaal per jaar richt het Comité voor de Evaluatie van de Medische Praktijk inzake Geneesmiddelen (CEG) van de Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) in België consensusvergaderingen in. Deze zijn bedoeld om het gebruik van geneesmiddelen in een bepaalde sector te evalueren en om aanbevelingen te formuleren ten behoeve van alle voorschrijvende artsen. De voorbereiding van zo’n vergadering volgt een strikte procedure.