Menu

Deze studie is tot stand gekomen in het ‘HTA-programme’ van het National Institute for Health Research (NIHR), dat vergelijkbaar is met ons Federaal Kenniscentrum. Dit studiecentrum verzamelt wetenschappelijk onderbouwde data die het beleid binnen de gezondheidszorg in het Verenigd Koninkrijk kunnen helpen oriënteren.

Om nierinsufficiëntie op te sporen zijn verschillende parameters mogelijk. Het bepalen van serumcreatinine is niet voldoende; beter is om de ‘glomerulaire filtratieratio’ (GFR) te bepalen aan de hand van verschillende formules. Op basis van de literatuur blijkt vooral de MDRD-formule bruikbaar. Laboratoria zouden daarom ook deze formule moeten toepassen zodat de huisarts een beter zicht krijgt op de nierfunctie van zijn patiënt. Dit is nu al het geval in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië.

Spelen bepaalde karakteristieken van de eerstelijnsgezondheidszorg een rol in het voorschrijven van antibiotica? Of zijn demografische factoren, zoals een oudere bevolking, van groter belang? In deze studie worden een aantal karakteristieken voor de gezondheidszorg en demografie vergeleken tussen België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. De resultaten suggereren dat Nederlandse huisartsen in hun voorschrijfgedrag meer door professionele standaarden worden gestuurd en Belgische artsen meer door de vraag van de patiënt.

Als patiënten hoesten, oorpijn en keelpijn hebben, consulteren ze meestal een huisarts. Voor deze goedaardige respiratoire symptomen krijgen ze bovendien vaak een antibioticum voorgeschreven. Als we het antibioticagebruik in Europa via interventie willen optimaliseren, dan moeten we onder meer weten hoe patiënten denken over deze luchtwegsymptomen en antibioticagebruik. Hiertoe hielden de auteurs een enquête in vier Belgische, Britse en Nederlandse huisartsenpraktijken. Het hoge antibioticagebruik in België, in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk en Nederland, kan deels verklaard worden...

Na 1945 kwam het specialisatieproces in de geneeskunde in alle West-Europese landen en in de Verenigde Staten in een stroomversnelling. In een aantal landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Nederland slaagden de huisartsen erin om een herkenbaar domein af te bakenen. Zij hadden hierbij een voorsprong omdat ze reeds voor de oorlog een aantal structurele maatregelen, zoals verplichte verwijzing en forfaitaire honorering, hadden ingevoerd. In deze landen werd vrij snel een wetenschappelijke en beroepsvereniging voor huisartsen opgericht. Zij waren ook bij de koplopers in de ontwikkeling van een...

In het Verenigd Koninkrijk is facilitation of huisartsenbegeleiding al enkele jaren een vast begrip in artsenkringen. De facilitators werken er over het hele land en begeleiden de huisartsen bij het optimaliseren van hun preventieve activiteiten. Werkt facilitation ook in Vlaanderen? Om dit na te gaan, werd een project opgezet rond. huisartsenondersteuning bij kankerpreventie. Gedurende een jaar werden 25 huisartsen gevolgd en begeleid door een facilitator. Na afloop werd gepeild naar hun ervaringen.

Zowat tien jaar geleden werd in het Verenigd Koninkrijk het facilitation-model ontwikkeld om huisartsen te ondersteunen bij het aanbieden van preventieve geneeskunde. In 1994 werd een proefproject opgestart om deze techniek in Vlaanderen te introduceren en om het oorspronkelijke model aan het Vlaamse gezondheidssysteem aan te passen. In dit artikel wordt ingegaan op de rol van de facilitator of begeleider en worden de voor- en nadelen van deze methode besproken.

In de Verenigde Staten, Denemarken, Groot-Brittannië en Zweden is aangetoond dat een lagere sociaal-economische status gepaard gaat met een hogere voor leeftijd gestandaardiseerde sterfte.