Menu

Klinisch redeneren

Diagnostisch denken is een natuurlijke reflex van elke huisarts. Maar het missen van een belangrijke ziekte hakt erop in en blijft knagen. Klinisch redeneren is een concept dat huisartsen houvast biedt bij het afwegen van diagnoses en in de beslissing om al dan niet te verwijzen of in te grijpen.

Tijdens het consult moet de arts alle input verwerken tot een output die klinisch relevant is: een antwoord op de vraag van de patiënt én het herkennen van belangrijke ziektebeelden. Het boek ‘Klinisch redeneren’ legt uit hoe dit proces gebeurt en hoe de arts zijn/haar klinisch denken kan verbeteren.

In het nieuwe boek ‘Klinisch redeneren: van model naar competentie’ schrijft Jef Van den Ende zoals hij is: begeesterend, inspirerend, uitdagend. Bijna twintig jaar geleden leerde ik via Jef Van den Ende en Rudi Bruyninckx het begrip ‘drempels’ kennen. Dat het niet altijd nodig was om 100% zeker te zijn van een diagnose duurde even voor dat echt volledig doordrong. Meer zelfs, dat het streven naar te veel zekerheid schadelijk kon zijn voor de patiënt en voor het systeem, was voor mij toen ronduit een eyeopener.

Op een drukke maandagmiddag zie ik in mijn nieuwe plattelandspraktijk in Nieuw-Zeeland Steve, een 50-jarige melkboer uit de regio, die slechts zelden de praktijk bezoekt. Een jongere dame, die ik eerder al als patiënte zag, begeleidt hem. Bij navraag blijken de twee vrienden van elkaar te zijn. Als ik vraag waarvoor Steve vandaag op doktersbezoek komt, zegt hij zonder emotie: “Ik heb pijn op de borst en zij (wijst naar zijn vriendin) vond dat ik daar toch maar eens mee naar de dokter moest gaan.” Zijn vriendin knikt: “Ik wil gewoon zeker zijn dat hij geen hartinfarct heeft ofzo.”

Een 15-jarige jongen consulteert zijn huisarts met purpura ter hoogte van de onderbenen. De huisarts denkt aan een cutane streptokokkeninfectie, schrijft antibiotica voor en verwijst hem door naar een dermatoloog. De purpura wordt echter plotseling groter en de jongen krijgt ook last ter hoogte van de linkerknie. Zijn ouders besluiten daarom om de dienst spoedgevallen te raadplegen.

Elisa is een 61-jarige vrouw met een goede algemene gezondheid. Als medische voorgeschiedenis kent zij enkel een discushernia C6-C7, waarvoor zij een operatie onderging. Ze heeft een verzorgd voorkomen, maar hier gaan heel wat zorgen achter schuil. De zorg voor haar mentaal gehandicapte zoon zet haar aan het piekeren, waardoor zij sinds enkele maanden met slaapproblemen kampt. Zolpidem 10 mg werd opgestart als medicatie in nood. Elisa consulteert omwille van een drukkend gevoel in de keel. Ze vraagt zich af of dit toe te wijzen is aan haar schildklier, aangezien een vriendin een tijdje geleden...

Diagnostische onzekerheid kan leiden tot het overmatig voorschrijven van antibiotica bij kinderen: enerzijds is het moeilijk om virale van bacteriële infecties te onderscheiden, anderzijds voelt het ontzeggen van antibiotica aan een kind met een mogelijke bacteriële infectie verkeerd.

Huisartsen krijgen regelmatig personen van vreemde origine in de praktijk die sinds kort in dit land verblijven in het kader van een verzoek om internationale bescherming. Hoe pakken huisartsen dat aan? Wat is precies hun statuut en op welke zorg kunnen zij een beroep doen? Welke ziektebeelden kunnen huisartsen verwachten en waarop kunnen ze het best letten?

Arnold, een 70-jarige man, komt ’s avonds op raadpleging. De man klaagt van een stekende pijn in zijn onderbuik. Hij is de dag ervoor met de pijn opgestaan. Arnold heeft geen idee wat dit zou kunnen zijn, hij heeft deze pijn nog nooit eerder gevoeld. Hij maakt zich niet meteen zorgen, maar de pijn belemmert zijn activiteiten wel.

Op een zaterdagavond half juni voelde ik op het terras van een restaurant de koele wind tegen mijn rug. De volgende donderdag (vijf dagen later) voelde ik me bij het opstaan niet helemaal lekker, tegen de middag voelde ik mij koortsig en een paar uur later mat ik 40°C sublinguaal.

Het risico op een aneursyma wordt niet altijd in het medisch dossier genoteerd, waardoor veel afhangt van het nietpluisgevoel van de huisarts. Bij een biscupide aortaklep, de meest voorkomende hartafwijking, moet de huisarts altijd op zijn hoede zijn. Deze casus gaat verder op het artikel over screenen op aneurysma, dat in het vorige nummer van Huisarts Nu verscheen.

Elk jaar worden in België 800 tot 900 nieuwe hiv-diagnoses vastgesteld. Dat stemt overeen met twee tot drie diagnoses per dag. Naar schatting leven er in ons land 20 000 mensen met hiv en weten 2000 tot 3000 mensen nog niet dat ze besmet zijn.

Akute pijn in de streek van de rechter hypochonder is vaak een differentiaaldiagnostische kluif voor internisten en chirurgen. Soms wordt te konservatief afgewacht en in andere gevallen wordt te snel naar het mes gegrepen. De taak van de huisarts beperkt zich vaak tot een snelle diagnose en doorverwijzen naar het hospitaal. Dat de huisarts de belangrijkste bijdrage kan leveren tot de juiste diagnose, wordt geïllustreerd in volgende casussen.