Menu
Geavanceerd zoeken

Een verrassend cijfer in dit proefschrift is dat 85% van de patiënten met een vermoeden van een ernstige hartziekte verwezen werd, onafhankelijk van de mate van zekerheid die de huisarts had over de diagnose. Dit wil ook zeggen dat 15% niet werd verwezen. Heel terecht stelt de auteur dan ook vragen over de drempels die huisartsen hanteren bij verwijzing.

Volgens deze studie, uitgevoerd met gegevens van het Belgische peilpraktijkennetwerk, wordt de verwijzingsgraad voor patiënten met pijn op de borst beïnvloed door de initiële diagnose en door de zekerheidsgraad van deze initiële diagnose. Is de huisarts onzeker over zijn diagnose, dan stijgt het aantal verwijzingen in alle ziektecategorieën van initiële diagnosen.

Bij patiënten met pijn op de borst moet de huisarts beslissen of hij verwijst eerder dan een specifieke diagnose te stellen van een acuut coronair syndroom. Deze studie suggereert dat huisartsen geloven dat zij niet uitsluitend de ‘klassieke’ tekens en symptomen gebruiken bij dit beslissingsproces. Ook achtergrondinformatie over de patiënt, de persoonlijke opinies van de huisarts en zijn ‘pluis/niet-pluis’-gevoel spelen een belangrijke rol.

De voorbije dertig jaar is cardiovasculaire preventie en behandeling uitgegroeid tot één van de belangrijkste aandachtspunten van de huisarts. Tegelijkertijd is het de perfecte illustratie van de sterktes en valkuilen van evidence-based medicine (EBM).

Huisartsen kunnen een belangrijke rol spelen bij het verhogen van de fysieke activiteit van hun patiënten. Niet alleen gezonde en oudere mensen, maar ook chronische patiënten hebben hier baat bij. Een grondige anamnese en kort klinisch onderzoek leveren voldoende informatie om veilig de fysieke activiteit aan te vangen en eventueel op te drijven.

De communicatiemiddelen zijn enorm geëvolueerd, zodat familie toch in contact kan blijven met opgenomen patiënten. Waar is de tijd toen je nog alleen het diensthoofd telefonisch kon bereiken, die dan zuchtend en tergend traag iemand stuurde om de patiënt te gaan halen?

Met de juiste interventies en preventieve acties willen we zo lang en gezond mogelijk leven. Een ‘gezondheidsgids’, zoals ook Domus Medica heeft uitgegeven, kan dan het juiste receptenboekje zijn om dit te bereiken. Maar hoe werkt het in de praktijk?

Zo'n twintig jaar geleden werd de term 'sarcopenie' geïntroduceerd om het verlies van spiermassa op latere leeftijd te benoemen. Intussen werd in toenemende mate onderzoek gedaan naar de factoren die sarcopenie beïnvloeden en naar de preventie en behandeling ervan.

Hypothermie bij ouderen is een niet te onderschatten symptoom. Het kan een onschuldige oorzaak hebben, maar ernstigere aandoeningen kunnen ook aan de basis liggen. Belangrijk bij bejaarde patiënten is de vraag over het al dan niet ambulant behandelen.

Is de intuïtieve inschatting van de huisarts voldoende om zijn kwetsbare ouderen te identificeren of is hiervoor een gevalideerd screeningsinstrument noodzakelijk? Dit werd onderzocht in de eigen praktijk, waarbij ook instrumenten en een sjabloon voor zorgoverleg werden ontwikkeld.