Menu
Geavanceerd zoeken

Van de medicus-practicus wordt verwacht dat hij beschikt over solide informatie over de oorzaken van ziekte, de waarde van diagnostische bevindingen, de prognose van de patiënt en van de therapeutische opties. Deze kennis en die van de gevolgen van klinisch handelen worden bij voorkeur ontleend aan bevindingen van klinisch-wetenschappelijk onderzoek. Dit onderzoek ook kritisch benaderen is dus een belangrijk facet van het evidence-based medicine (EBM) gedachtegoed. De integratie hiervan in de medische opleiding is een noodzaak. Maar in hoeverre slaagt de huidige opleiding hierin? De auteurs...

In de RIZIV-nomenclatuur voor logopedische verstrekkingen is bepaald dat huisartsen het recht hebben om een logopedische behandeling voor te schrijven. Het Koninklijk Besluit van 15 mei 2003 formuleert de rol van de huisarts hierin. Maar is dit voor huisartsen allemaal wel zo duidelijk? Dit artikel geeft een helder overzicht van de reglementering met betrekking tot het voorschrijven van logopedische verstrekkingen door huisartsen in het kader van de verplichte ziekteverzekering, de ouderenzorg, de vrije en aanvullende verzekering van de ziekenfondsen en de particuliere verzekeringen.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom moet door een heldere communicatie de vraag van de patiënt voor de huisarts duidelijk zijn en moet de huisarts de patiënt voldoende informeren over alle aspecten van de verschillende...

Als voorbereiding op hun examen stellen huisartsen in beroepsopleiding (HIBO’s) een portfolio samen van vijf casussen. Hiermee bewijzen ze voor een jury, meestal samengesteld uit een academicus en een huisarts met dagelijkse praktijkervaring, het vak in de vingers te hebben. Soms zijn het pareltjes van casussen die daarna tussen de bladeren van de geschiedenis verdwijnen. Deze jonge auteur werkte aan de hand van een casus twee niveaus van huisartsengeneeskundig handelen uit: een diagnostisch besliskundige analyse en een analyse van een therapeutische beslissing.

Dit artikel kwam tot stand op vraag van de afdeling Preventie van de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen (WVVH). De vereniging wil namelijk op basis van de huidige kennis over prostaatkankerscreening een juist standpunt kunnen innemen als ze hierom wordt gevraagd. Om een snel en gefundeerd antwoord te vinden op de vraag naar de zinvolheid van screenen op prostaatkanker bij asymptomatische mannen werd een literatuurstudie verricht op het niveau van richtlijnen (aanbevelingen, guidelines).

In ons vervolg op de reeks over Intego behandelen we ditmaal de veelvoorkomende aandoening ‘depressie’. Hoe vaak komt depressie in Vlaanderen voor? Wat is de invloed van geslacht en leeftijd? Bestaat een ‘winterdepressie’ als dusdanig? Hoe groot is de spreiding voor de diagnose tussen de registrerende huisartsen? En hoeveel mensen met een diagnose depressie krijgen antidepressiva? Uit de resultaten blijkt onder meer dat de diagnose depressie quasi niet wordt gesteld in de leeftijdsgroep van 0 tot 14 jaar.

Antibioticaresistentie is een belangrijk probleem in de gezondheidszorg. Antibioticaverbruik wordt erkend als voornaamste selectiedruk die deze resistentie drijft. In dit onderzoek vergeleek men het ambulante antibioticagebruik in 26 Europese landen. Het voorschrijven van antibiotica in de eerste lijn varieerde enorm, met het hoogste cijfer in Frankrijk en het laagste in Nederland. Er werd ook een verschuiving opgemerkt van oude smalspectrum- naar nieuwe breedspectrumantibiotica.

Het laatste nummer van deze geslaagde jaargang eindigen we onder andere met de vertaling van een uitermate relevant artikel. Hierin vergelijken medewerkers van het ‘European Surveillance of Antimicrobial Consumption'-project (ESAC; www.ua.ac.be/esac) het antibioticagebruik in de ambulante praktijk van 1997 tot 2002 in 26 Europese landen en koppelen het aan resistentiegegevens van het ‘European Antimicrobial Resistance Surveillance System’ (EARSS; www.ears.rivm.nl).

Gezien de verwachte prevalentiecijfers van diabetes voor de toekomst kunnen we ons afvragen of we niet beter al onze ‘asymptomatische’ patiënten op diabetes zouden screenen. Dit is wat een huisartsenpraktijk te Hoboken heeft gedaan aan de hand van een vragenlijst en bepaling van nuchtere glykemie. Er werd een verschil gevonden tussen de in de literatuur beschreven prevalentie voor diabetes in de populatie ouder dan 45 jaar en de prevalentie voor diabetes in de geïdentificeerde hoogrisicogroep.

Er zijn geen recente cijfers beschikbaar over de prevalentie en behandeling van cardiovasculaire risicofactoren bij diabetes type 2-patiënten in de eerste lijn. Vermits diabetes een multifactoriële aanpak en systematische opvolging vereist, is het nochtans belangrijk zicht te krijgen op de kwaliteit van de behandeling van deze risico’s. Bij zeventien huisartsen van twee lokale kwaliteitskringen uit Vlaams-Brabant werd een registratie verricht. Uit deze registratie blijkt onder meer dat zo’n 84 % van de diabetes type 2-patiënten te zwaar is en te weinig lichaamsbeweging heeft.