Menu
Geavanceerd zoeken

Acute rugklachten zonder specifieke oorzaak komen in de huisartsenpraktijk vaak voor. Verwijzing naar een fysiotherapeut is hierbij niet onmiddellijk gewenst; goede voorlichting, eventueel aangevuld met pijnstillers, biedt meer uitkomst. In hoeverre huisartsen daadwerkelijk bereid zijn deze voorlichting te geven, werd via een clinical trial in Nederland bestudeerd. In hoeverre komen zelfhulp en preventie aan bod, en is de voorlichting volledig en voldoende adequaat?

Neem maar wat rust... wie heeft het zijn patiënten nog niet aangeraden? Nochtans is niet iedere vorm van rust zo onschuldig, ’s Morgens wat langer slapen bijvoorbeeld verstoort zowel het verstandelijk als het emotioneel functioneren. Wie er behoefte aan heeft, kan beter in de namiddag wat rusten of— nog beter — wat slapen. Het handhaven van het bestaande slaap-waakritme blijft alsnog de gouden regel.

Dermatologische problemen komen frequent voor in de huisartsenpraktijk: zo’n 10 à 12% van de consultaties heeft hierop betrekking. Om bij te dragen tot een permanente navorming op dit vlak, werd deze rubriek rond de diagnostiek van huidproblemen opgestart. “Een wrat” is intussen de zesde dermatologische vraagstelling in de reeks. Aan de hand van anamnestische en klinische gegevens kan deze aandoening worden herkend. Daarnaast worden nog drie andere aanverwante dermatologische problemen besproken.

Diabetische nefropathie is de voornaamste oorzaak van terminale chronische nierinsufficiëntie, zowel in de westerse als in de rest van de wereld. De snelheid van achteruitgang van de nierfunctie is recht evenredig met de bloeddrukregeling. Antihypertensieve therapie oefent met andere woorden een gunstig effect uit op diabetische nefropathie. Effect, werkingen valkuilen worden opgesomd.

Sinds de jaren '70 is de term “hyperventilatiesyndroom” steeds populairder geworden. Dat heeft wellicht met de eenvoud van dit werkmodel te maken: paniekervaringen worden ermee herleid tot een ontregeld ademhalingspatroon dat even moet worden bijgesteld. Met deze reductie wordt echter voorbijgegaan aan de cognitieve en gedragsmatige aspecten van zo'n ervaring. Paniek is daarom een juistere term. Dit betekent niet dat de hele nalatenschap van het hyperventilatiesyndroom overboord wordt gegooid; alleen al vanuit therapeutisch oogpunt zou dit een terugval betekenen.

De confrontatie met de realiteit— registratie van een vijftigtal casussen van hartkloppingen uit de huisartsenpraktijk, gevolgd door de voorstelling van deze terreinbeschrijving in enkele lokale huisartsenkringen — heeft interessante inzichten bijgebracht. Deze zijn hieronder in een vijftal leerpunten verzameld. Achtereenvolgens worden het leggen van een infuus, kennis van de alarmsymptomen, het nemen van een ECG, het verwijzingsprotocol en de toediening van anti-aritmica besproken.

De behandeling van hartkloppingen is in de eerste plaats op de onderliggende etiologie gericht. Wanneer na klinische beoordeling met grote waarschijnlijkheid blijkt dat de palpitaties een functionele oorzaak hebben, mag een symptomatische behandeling van start gaan, zoals verderop uiteengezet. De volgende paragrafen gaan vooral in op de aanpak van bepaalde ritmestoornissen die soms aan de basis liggen van hartkloppingen en op de begeleiding van patiënten met hartkloppingen van psychogene oorsprong.

EIke patiënt die raadpleegt voor palpitatie-klachten zal baat vinden bij geruststelling en gezondheidsvoorlichting. Geruststelling werkt immers angstreducerend en heeft zelden ongunstige neveneffecten.

Huisartsen krijgen zeer geregeld patiënten over de vloer die komen klagen over “hartkloppingen” Deze klacht munt uit in onduidelijkheid en aspecificiteit. Het zal dan ook een hele klus worden de huisarts een duidelijke leidraad mee te geven om dit differentiaal diagnostisch kluwen te ontwarren. In de meeste tekstboeken van cardiologie wagen de auteurs zich hier zelfs niet aan. Aangezien al snel blijkt dat de patiënt in zijn geheel dient te worden beschouwd om de diagnose te kunnen ontwaren, lijkt de huisarts hiertoe de best geplaatste persoon.