Menu
Geavanceerd zoeken

Preventie: een uitdaging voor de huisarts? Een professionele invulling van deze laak is maar mogelijk als in het organisatorische vlak de benodigde structuren ontstaan. Onderstaand artikel zet de mogelijkheden en knelpunten op een rijtje en bevat aanbevelingen voor de toekomst.

Mondelinge of schriftelijke enquêtes hoeven niet bij voorbaat een lage responsrate en dito representativiteit als resultaat te hebben. Dankzij de toepassing van de Total Design Method kan een schriftelijke bevraging ook succesvol verlopen. Aan de hand van een met deze methode concreet uitgevoerd survey-onderzoek beschrijft de auteur theorie, praktische toepassing, de concrete resultaten en de mogelijkheden van deze techniek.

De huisarts heeft een belangrijke taak aan de zorg voor het gezin met een gehandicapt kind. Aan de hand van een analyse van rijzende problemen in het hulpverleningsproces, schetst de auteur welke kennis, vaardigheden en attituden bij de huisarts vereist zijn om tegemoet te komen aan de ouders met een gehandicapt kind.

Een onderzoek naar de meningen van de bevolking over preventie: een dergelijke studie werd uitgevoerd bij de bevolking van Beerse-Vosselaar door een groep huisartsen in samenwerking met het Vlaams Huisartsen Instituut. Vragen zoals “In hoeverre staat de bevolking open voor preventieve onderzoeken?” en “ Welke zijn de hinderpalen en hoe kan de huisarts de bevolking bereiken?” worden in deze studie beantwoord.

In dit artikel brengen wij verslag uit over het tweede deel van een studie uitgevoerd in samenwerking met het Tweede Peilpraktijkennet van het Vlaams Huisartsen Instituut (VHI). Het betreft een onderzoek naar het gebruik en de impact van de bijsluiter bij antihypertensiva, tegen de achtergrond van de geleidelijke vervanging van traditionele wetenschappelijke bijsluiters door patiëntgerichte versies (‘patiënt package inserts” - PPI's). Bevestiging van trends en wijzigingen ten opzichte van de bevindingen uit het eerste deel van het onderzoek konden zo aangetoond worden.

De somatische klachten die een patiënt aan zijn huisarts voorlegt, omvatten niet zelden psychologische componenten. Voor een hele reeks klachten zoals duizeligheid, zweten, beven, en diffuse pijnklachten is het vaak niet mogelijk een organische oorzaak te vinden. Ingaan op de leefsituatie van de patiënt en diens wijze van omgaan met probleemsituaties kan dan nuttig zijn om vermindering van de klachten te bewerkstelligen. In onderstaande tekst wordt aan de hand van een praktisch voorbeeld deze wijze van behandeling geïllustreerd.

Voor de samenwerking huisarts-psycholoog ontstaat steeds meer interesse. Een aantal misverstanden en vooroordelen moeten echter eerst uit de wereld geholpen worden. Een medisch-psychologische samenwerking biedt immers heel wat mogelijkheden, en niet in het minst op het gebied van de huisartsengeneeskundige opleiding, research, en samenwerking met de tweede lijn, maar ook wat betreft de patiënt die er als belangrijkste opponent baat bij vindt. Via vier basisopties is een waardevolle samenwerking tussen huisarts en psycholoog mogelijk.

Hel gebruik van de cytobrush voor bet afnemen van cervixuitstrijkjes dringt bij Vlaamse artsen geleidelijk door. Er blijken echter onvoorziene en ongewenste neveneffecten op te treden, zoals het gebruik van de cytobrush alleen. Verder worden in dit artikel de aanvaardbaarheid van het cytobrushgebruik voor artsen en patiënten en de invloed van schriftelijke informatie op het gedrag van artsen besproken.

Genitale wratten kwamen onlangs meer in de wetenschappelijke belangstelling. Er werd immers een verband tussen HPV-infecties en het voorkomen van kanker vastgesteld. De diagnostiek van een HPV-infectie is echter niet eenvoudig. Ook de kennis van de verspreiding van genitale HPV-infecties laat nog te wensen over. Een efficiënte behandeling van wratten is zowel voor de patiënt als voor de arts een beproeving.

Genitale wratten zijn een vaak voorkomende aandoening bij seksueel actieve personen, maar worden dikwijls toevallig ontdekt. Tot voor enkele jaren werden wratjes aan de geslachtsorganen beschouwd als een onschuldige, maar wel vervelende aandoening. Recent stapelen de argumenten zich op die een verband suggereren tussen cervicale dysplasie/cervixkanker en het humaan papillomavirus (HPV), de oorzaak van genitale wratten. Eenvoudige labotesten leveren weinig resultaat, zodat nauwkeurig klinisch onderzoek noodzakelijk is.