Menu
Geavanceerd zoeken

Op dinsdag 4 december 1990 werden wij uitgenodigd om deel uit te maken van de proefschriftcommissie bij de promotie van CJ. IJzermans en SK. Oskam rond het thema: "Clustering, continuïteit en comorbiditeit in de huisartsenpraktijk''

Een longspecialist die een boek schrijft over psychosomatiek en patiëntenbegeleiding: toch wel een niet alledaags gebeuren!

Uitgaande van twee enquêtes bij huisartsen en van de literatuur werd in het vorige artikel een beschrijving gegeven van de verschillende aspecten van peptische oesofagitis, zoals die voorkomt in de eerste lijn. Na dit eerste deel waarin vooral het voorkomen, de symptomen en de diagnose besproken werden, volgt nu een overzicht van de behandeling.

Begin 1989 kreeg het Vlaams Huisartsen Instituut en de Société Scientifique de Médicine Generale de opdracht een enquête te verrichten over de ontstekingspathologieën van de slokdarm. De bedoeling was, door middel van een enquête over praktijkgevallen, na te gaan hoe de ontstekingspathologieën van de slokdarm zich in de eerste lijn aandienen, wat de relatie is met de symptomatologie, hoe de huisarts deze aandoening percipieert en welke zijn houding is in verband met diagnose en behandeling.

Elkeen van ons, of we nu vijf of vijfendertig jaar geleden afstudeerden, herinnert zich nog hoe soms tijdens de klinische lessen patiënten werden gedemonstreerd. Voor velen was het toen de eerste maal dat zij "een echte patiënt te zien kregen". Over zin of onzin van deze didactische formule wil ik het hier niet hebben, maar wel over de gevoelens die hierbij naar boven komen.

Betrekkelijk veel WVVH-leden zijn stageleider aan een of meerdere van onze Vlaamse universiteiten. Een reden voor ons om eens van naderbij kennis te maken met deze huisartsenstageleider. Hoe wordt een huisarts stageleider? Wat zijn de taken? Welke ondersteuning wordt er geboden? Welke inzet vergt het begeleiden van een stage? Enzovoort.

In dit artikel wordt het consultatiemodel dat de huisarts gebruikt, besproken in het licht van seksuele vraagstellingen. Na een korte beschrijving van het consultatiemodel wordt ingegaan op de verschillende fazen van het model en hoe mogelijke seksuele vragen dan aan bod komen. Tenslotte worden de voor- en nadelen van het model besproken.

Sinds begin 1991 maakt de registratie van acute diarree deel uit van het programma van de peilpraktijken.

Acute diarree behoort tot de top tien van de nieuw gepresenteerde aandoeningen in de eerste lijn. Bij kinderen kan acute diarree snel tot een verstoring van de vocht balans aanleiding geven. Het is daarom belangrijk dat na een zorgvuldige diagnose, op een correcte wijze een rehydratatie-oplossing wordt toegediend Het blijkt dat dit meestal nog te weinig gebeurt. Ook in de recente wetenschappelijke literatuur zijn sterk verschillende schema's terug te vinden. Dit was een aanleiding om op basis van deze literatuur, een te hanteren schema voor de behandeling van acute diarree bij kinderen in de...

Een huisartsenpraktijk staat voor patiënten van elke leeftijd open. Uiteraard komen er dus ook adolescenten over de vloer. Nu is het opvallend dat de ene huisarts deze omzeggens moeiteloos opvangt, terwijl dit bij de andere niet lukt. Hoe komt dit? Hangt dit samen met het verwachtingspatroon van de adolescent ten opzicht van zijn huisarts? Welk patroon is dit? Is het algemeen geldend, of verschilt het van jongere tot jongere? Als we op deze vragen een antwoord vinden, wordt het misschien gemakkelijker om met adolescenten om te gaan en zullen we ons minder onmachtig en minder onwennig voelen...