Menu

Het voorschrijven van geneesmiddelen krijgt in de International Classification of Primary Care (ICPC) de code “-50 ”. Hierin wordt vastgelegd wat de huisarts voorschrijft en wanneer. In dit onderzoek wordt nagegaan wat er precies in die -50-code zit: welke geneesmiddelen worden met welke frequentie voorgeschreven en hoe kan de samenhang tussen contactreden, diagnose en geneesmiddelenvoorschrift worden geanalyseerd? Wat is met andere woorden de kwaliteit van voorschrijf gedrag?

Hoeveel huisartsen zijn er momenteel te veel en hoeveel verpleegkundigen zijn er te weinig? Hoeveel van de ongeveer vijftig cardiovasculaire chirurgen — in opleiding— hebben morgen zinvol werk te verrichten en hoeveel kinesisten gaan zich de komende jaren als pedicure waarmaken? Het is een bekend gegeven in de medische wereld dat een niet onbelangrijk aantal huisartsen het moeilijk heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Het beleid maar ook de patiënten weten dit. Dat studenten geneeskunde massaal voor een beperking van het aantal artsen zijn, is relatief nieuw. Immers, twee decennia geleden...

Betreft: de recente persuitval met betrekking tot PAP-smear en huisartsen.

Beste redactie, Gefeliciteerd met het sterke themanummer over Thuisgezondheidszorg.

Beste Collega, In verhand met de aandacht die de laatste tijd besteed wordt aan de Moerman-therapie, lijkt het mij nuttig even naar bijgaand artikeltje te kijken.

Het lijkt mij een raadsel waarom er niet meer schrijvende huisartsen bestaan. Ik bedoel dan huisartsen die boeken of boekjes schrijven, niet over geneeskunde en wetenschap natuurlijk, maar die gewoon literatuur plegen.

Zaterdagmiddag twaalf uur. De laatste patiënt van de week heeft net de deur achter zich toegetrokken. Even tijd voor reflectie en evaluatie.

Elkeen van ons, of we nu vijf of vijfendertig jaar geleden afstudeerden, herinnert zich nog hoe soms tijdens de klinische lessen patiënten werden gedemonstreerd. Voor velen was het toen de eerste maal dat zij "een echte patiënt te zien kregen". Over zin of onzin van deze didactische formule wil ik het hier niet hebben, maar wel over de gevoelens die hierbij naar boven komen.

In dit artikel brengen wij verslag uit over het tweede deel van een studie uitgevoerd in samenwerking met het Tweede Peilpraktijkennet van het Vlaams Huisartsen Instituut (VHI). Het betreft een onderzoek naar het gebruik en de impact van de bijsluiter bij antihypertensiva, tegen de achtergrond van de geleidelijke vervanging van traditionele wetenschappelijke bijsluiters door patiëntgerichte versies (‘patiënt package inserts” - PPI's). Bevestiging van trends en wijzigingen ten opzichte van de bevindingen uit het eerste deel van het onderzoek konden zo aangetoond worden.

Genitale wratten zijn een vaak voorkomende aandoening bij seksueel actieve personen, maar worden dikwijls toevallig ontdekt. Tot voor enkele jaren werden wratjes aan de geslachtsorganen beschouwd als een onschuldige, maar wel vervelende aandoening. Recent stapelen de argumenten zich op die een verband suggereren tussen cervicale dysplasie/cervixkanker en het humaan papillomavirus (HPV), de oorzaak van genitale wratten. Eenvoudige labotesten leveren weinig resultaat, zodat nauwkeurig klinisch onderzoek noodzakelijk is.