Menu

Het nieuwe jaar is stormachtig begonnen; een zoveelste virusgolf kwam onverwacht aanrollen en verraste gevaccineerden en ongevaccineerden. Ook huisartsenpraktijken zagen de telefonische contacten en het klinische werk weer pieken. Sta je er alleen voor, of met de beperkte hulp van een telesecretariaat, dan is het pompen of verzuipen.

Dit opiniestuk verwoordt een controversieel standpunt van een collega-huisarts over COVID-vaccinaties. De redactie van Huisarts Nu staat achter de strategie om zoveel mogelijk mensen te vaccineren, want anders blijft SARS-CoV-2 smeulen in de groep van ongevaccineerde mensen. Uiteindelijk blijft COVID-19 een urgentie voor de volksgezondheid en zorgt het nog steeds voor oversterfte. Toch vinden we het interessant om dit standpunt over al dan niet (verplicht) vaccineren integraal te publiceren.

Heel mijn huisartsencarrière heb ik geworsteld met situaties van gedwongen opname, in het begin van mijn loopbaan nog omschreven als ‘collocatie’. Er bestaat een ‘gewone procedure’ met een (uitgebreid) medisch verslag en een beslissing van de vrederechter. Maar de gewone gang van zaken is meer en meer de ‘spoedprocedure’. Dat is het geval in acute situaties of hoogdringendheid.

Wat vindt u van Huisarts Nu? Laat het ons weten!

Al dertig jaar heb ik een vaste huisarts. Onze huisarts en dierenarts zijn de twee personen die ik en mijn vrouw al jaren trouw zijn. Een andere arts raadplegen voelt aan als ontrouw. Op het moment dat die een diagnose stelt, ervaren we een vorm van twijfel, ongeloof. Alles draait om vertrouwen natuurlijk en dat is ontstaan door de jarenlange band die we hebben opgebouwd.

Is intermittent vasten nu een hype of kan het ook een hulp zijn om te vermageren en het cardiovasculair risico te verminderen? Op dit artikel uit onze vorige nummer kwam een reactie van huisarts Staf Henderickx. Auteur Silke Stalpaert geeft antwoord.

Huisartsen hebben dagelijks te maken met patiënten die gezondheidsklachten ervaren die rechtstreeks of onrechtstreeks te maken hebben met het uitvoeren van hun job of de werkomstandigheden. Huisartsen hebben echter vaak weinig kennis van hun beroep, een al dan niet voltijdse job en hun concrete werkomstandigheden.

Het vorige nummer van Huisarts Nu lag nog maar net in de brievenbus of een attente collega kroop in zijn pen. Het artikel over ‘intermittent vasten’ had hem geprikkeld en hij bleef wat op zijn honger zitten. Is de boodschap wel voldoende onderbouwd?

Na mijn afscheid als academicus aan de UAntwerpen ga ik weer aan de slag als huisarts. Tussen beide is een wisselwerking: een afdeling huisartsgeneeskunde moet voortdurend haar voelhorens in de praktijk hebben en het veld voeden met ideeën en evidentie.

Roy Remmen oppert in zijn afscheidsrede dat de huidige geneeskundige opleiding misschien nog een tandje hoger zal moeten schakelen om jonge huisartsen te wapenen voor het levenslang uitoefenen van hun boeiend, maar ook veeleisend beroep. Als arts van ‘de jongere generatie’ trek ik die vraag graag open: moet de opleiding geneeskunde inderdaad (nog) een tandje bijsteken of moeten we als huisarts op regelmatige basis eens terug naar de schoolbanken?