Menu

Een 60-jarige vrouw met paroxismaal atriumfibrilleren krijgt van haar cardioloog anti-aritmica voorgeschreven. Omdat ze hiervan nog meer hartkloppingen krijgt, staakt de patiënte zelf de medicatie. Wat moet je als huisarts dan doen? Wij kozen ervoor om via de PICO-methode na te gaan hoe evidence-based de beslissing van de cardioloog was. Uiteindelijk bleken de wetenschappelijke argumenten te weinig overtuigend om de behandeling voort te zetten en werd in overleg met de patiënt én de cardioloog een alternatief gezocht.

Tijdens de avondraadpleging krijg ik een oproep van Fons. Of ik naar zijn vrouw wil komen kijken, want “die doet zo raar”. Zucht. Ik ken Ida als een borderlinepersoonlijkheid met duidelijke hysteriforme trekken. Ze woont samen met haar tweede man Fons en ‘ons’ Martje, haar ex-schoondochter. Ook zij heeft gebroken met haar zoon. Ze roken veel en kijken de hele dag televisie. Een hond en twee kanaries in de living en een groezelige, onverzorgde tuin. Het genre dat steevast de hond opjut en laat loslopen als de controlearts langskomt.

Het wetenschappelijk onderzoek naar de waarde van diagnostische tests is de laatste jaren sterk in beweging geweest. Het artikel van Ann Van den Bruel et al. (zie blz. 76-83) is een goed voorbeeld van het resultaat van deze evolutie.

De vier universitaire centra voor huisartsgeneeskunde zijn inmiddels uitgegroeid tot volwaardige academische onderzoekscentra. Heel wat collega’s verlenen er hun medewerking aan onderzoeksopdrachten. Willen zij het in de academische wereld waarmaken, dan moeten zij ook internationaal publiceren. Deze rubriek wil meer ruchtbaarheid geven aan het vaak uitstekende werk van onze collega-onderzoekers. In deze rubriek worden een reeks publicaties kort besproken. Publicaties die klinisch relevant zijn voor de huisartsenpraktijk, worden als vertaling in Huisarts Nu opgenomen.

Automutilatie bij jongeren wordt vaak pas laat herkend. Niet alleen is de jongere beschaamd, ook het verslavende karakter van het automutileren zorgt ervoor dat hij of zij het goed verborgen houdt. Eenmaal de automutilatie is vastgesteld, moet van in het begin duidelijk worden gemaakt dat deze aanval op het eigen lichaam gestopt moet worden. Belangrijk hierbij is niet zozeer op het symptoom zelf in te gaan, maar het gedrag ruimer te kaderen en de jongere te helpen om zijn spanning te ‘mentaliseren’ in plaats van op zijn lichaam uit te ageren.

Om de bestelling en levering van vaccins voor de Vlaamse basisvaccinatiekalender beter te laten verlopen, werd in 2005 Vaccinnet geïntroduceerd. Dit elektronisch bestel- en registratiesysteem maakt het mogelijk om de voorraad gratis vaccins beter te beheren en een juister beeld te vormen van het aantal gevaccineerde personen. Om Vaccinnet nog gebruiksvriendelijker te maken zal dit in de toekomst ook aan het elektronisch medisch dossier gekoppeld kunnen worden.

Hoest bij kinderen is een vaak voorkomend probleem in de huisartsgeneeskunde. Hoewel meestal goedaardig, vraagt dit symptoom bijzondere aandacht. Hoesten kan een bron van ongemak en slapeloosheid zijn bij het kind, maar ook van slapeloosheid of bezorgdheid bij de ouders: zij hebben angst dat hun kind ‘s nachts aan verstikking zou overlijden.

Twan rijdt met zijn vuilniswagen door de zonovergoten straten van de Antwerpse voorstad. Hij is goed geluimd. Het weer zit mee, want de lente heeft het definitief van de winter gewonnen. De frisse ochtend in het voorjaar, zonder wolken, zorgt dat de felgroene eerste blaadjes aan de bomen in een impressionistische luminositeit op een merkwaardige manier in hem worden opgenomen.

Om een menswaardige gezondheidszorg te blijven garanderen heeft de eerste lijn nood aan een onderbouwde ethiek. Op basis van literatuur en gesprekken ontwikkelde het Vlaams EerstelijnsOverleg (VELO) daarom een standpunt over ‘eerstelijnsethiek’, die uitgaat van de personalistische verantwoordelijkheidsethiek. Om daadwerkelijk ethische ondersteuning te bieden bij actuele ethische knelpunten op de eerste lijn is er ook nood aan middelen en structuren vanwege de overheid.

Bij een medische urgentie bieden familie, vrienden, collega’s of omstanders dikwijls spontaan hun hulp aan. Zij kunnen veiligheidsmaatregelen treffen en hulp bieden tot de professionele hulpverlening arriveert. Training in eerste hulp is essentieel om op dergelijke noodsituaties juist te reageren. Daarvoor moeten mensen getraind worden in de juiste hulpverlening; verkeerde training kan ineffectieve en zelfs schadelijke interventies tot gevolg hebben.