Menu

Zijn thiazidediuretica eerste keus in de behandeling van jonge hypertensiepatiënten? Volgens sommige studies niet, omdat ze metabole neveneffecten zouden hebben op langere termijn. Zijn andere antihypertensiva dan te verkiezen? Aan de hand van de PICO-methode zochten we in de literatuur naar duidelijke antwoorden.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom verheldert de huisarts de vraag van de patiënt door een gepaste communicatie en geeft informatie over alle aspecten van de mogelijke beleidsopties. Het kan dus voorkomen dat huisarts en...

Hoewel de virtuele CT-colonoscopie in de Verenigde Staten een aanvaarde screeningstechniek is, aarzelt Europa om deze te erkennen. Toch kan de virtuele CT-colonoscopie een goed alternatief zijn voor patiënten bij wie om medische redenen een gewone colonoscopie niet mogelijk is. Dat de voorbereiding voor dit virtuele CT-onderzoek minder belastend is voor de patiënt, is een bijkomend voordeel.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom verheldert de huisarts de vraag van de patiënt door een gepaste communicatie en geeft informatie over alle aspecten van de mogelijke beleidsopties. Het kan dus voorkomen dat huisarts en...

Dit editoriaal heeft niet de bedoeling om vraagtekens te plaatsen bij de aanbeveling ‘Depressie bij volwassenen’, integendeel. De aanbeveling op zich is een degelijk en prachtig werkstuk. Maar als huisarts mogen we niet voorbijgaan aan de intellectuele uitdaging om te reflecteren over de context waarin klachten en ziekten tot stand komen. Hiervoor is dit editoriaal een voorzet.

Op de ‘Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering: Obesitas bij kinderen’ (Huisarts Nu 2008;37(4):189-204) kwam een lezersreactie van de Vlaamse Wetenschappelijk Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg (VWVJ) en Eetexpert.be. Beide organisaties willen huisartsen stimuleren om aan de bestaande netwerken van gecoördineerde zorg deel te nemen en zo de toenemende eet- en gewichtsproblemen bij kinderen en jongeren efficiënt aan te pakken.

Sinds 1 juli 2003 kunnen diabetespatiënten in ons land twee educatieprogramma’s door thuisverpleegkundigen volgen: het ene programma geeft meer inzicht in de ziekte zelf, terwijl het andere aanzet tot zelfmanagement. In deze studie wordt nagegaan hoe diabetespatiënten en -verpleegkundigen deze educatieprogramma’s ervaren. Gaan patiënten na de educatie op een andere manier met hun ziekte om? Verbetert de therapietrouw? Hoe verloopt de samenwerking in de eerste lijn? En zijn er belangrijke knelpunten?

Het Diabetesproject Aalst heeft samen met de zorgverleners uit de regio een zorgprogramma voor diabetes type 2 in de eerste lijn ontwikkeld op basis van het Chronic Care Model (zie Huisarts Nu 2008;37:76-81). In dit tweede deel wordt onderzocht welke factoren de implementatie van dit zorgprogramma bevorderd dan wel belemmerd hebben. Op basis van deze analyse kunnen duidelijke adviezen naar het beleid geformuleerd worden om de chronische zorgverlening in de eerste lijn beter te organiseren.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom verheldert de huisarts de vraag van de patiënt door een gepaste communicatie en geeft informatie over alle aspecten van de mogelijke beleidsopties. Het kan dus voorkomen dat huisarts en...

Wat is de prevalentie van chronische nierinsufficiëntie in de Vlaamse huisartsenprakijk? Uit deze studie, gebaseerd op gegevens van de Integodatabank, blijkt dat het aantal patiënten met chronische nierinsufficiëntie veel hoger is dan huisartsen in hun medisch dossier noteren. Nochtans is het van cruciaal belang om deze patiënten vroegtijdig op te sporen en tijdig door te verwijzen. Mits aangepaste medicatie en behandeling is het immers mogelijk om de achteruitgang van de nierfunctie bij chronische nierinsufficiëntie te vertragen.