Menu

EIke patiënt die raadpleegt voor palpitatie-klachten zal baat vinden bij geruststelling en gezondheidsvoorlichting. Geruststelling werkt immers angstreducerend en heeft zelden ongunstige neveneffecten.

Huisartsen krijgen zeer geregeld patiënten over de vloer die komen klagen over “hartkloppingen” Deze klacht munt uit in onduidelijkheid en aspecificiteit. Het zal dan ook een hele klus worden de huisarts een duidelijke leidraad mee te geven om dit differentiaal diagnostisch kluwen te ontwarren. In de meeste tekstboeken van cardiologie wagen de auteurs zich hier zelfs niet aan. Aangezien al snel blijkt dat de patiënt in zijn geheel dient te worden beschouwd om de diagnose te kunnen ontwaren, lijkt de huisarts hiertoe de best geplaatste persoon.

Hieronder volgt een bespreking van de epidemiologie, de etiologie en de noodzaak van een dringende evaluatie bij een oproep voor dit specifieke probleem.

Een hartritmestoornis is te definiëren als elke afwijking van het normale hartritme.

Gemiddeld heeft een Britse huisarts 6 tot 7 keer per jaar met een nieuw geval van hartkloppingen af te rekenen. Heel vaak gaat deze klacht met uitgesproken ongerustheid en angstgevoelens gepaard. De wetenschappelijke literatuur leert dat slechts een minderheid van de gevallen op ernstige aandoeningen zoals majeure ritmestoornissen of onderliggend hartlijden berust. Voor de huisarts gaat het om een klacht die altijd de nodige waakzaamheid verdient, want het gaat er zowel om "niet-pluis"-toestanden snel te onderkennen, adequaat te behandelen of door te verwijzen, alsook patiënten met banale...