Menu

Het bevragen, registreren en analyseren waar een besmetting met COVID-19 zich heeft voorgedaan, gebeurt in België nauwelijks. Deze huisartsen gingen daarom zelf aan de slag.

Een jaar geleden, op 16 maart 2020, werd een noodplan voor de huisartsgeneeskunde afgekondigd om de verspreiding van COVID-19 in te dijken. Hoe hebben huisartsen deze eerste periode ervaren?

In de jaren zeventig was het medisch landschap vooral specialistisch georiënteerd. Stevige eiken van internisten en statige beuken van chirurgen stonden in het bos. Zij maakten hét beeld van de florerende medische vooruitgang met de uitgroei van takken van subspecialisatie en het opgroeien van scheuten van poliklinieken.

Op het eerste zicht lijkt een fysiek zwaar beroep de levensverwachting te verkorten, maar bij correctie voor factoren zoals niveau van opleiding, medische voorgeschiedenis, rookstatus, BMI en sportactiviteiten, blijkt net het tegenovergestelde. Door gegevens uit de Gezondheids­enquête te koppelen aan het overlijdensregister zou ook in België de impact van een zwaar beroep op de levensverwachting kunnen worden nagegaan.

Continuïteit in de zorg voor een patiënt is een belangrijke karakteristiek van de huisartsgeneeskunde. Zo is er de informatiecontinuïteit of de directe toegang tot alle relevante informatie over de patiënt. Daarnaast is er de longitudinale continuïteit die verschillende ziekte-episodes overspant. En ten slotte omvat continuïteit ook de persoonlijke arts-patiëntrelatie. Wat draagt deze langdurige relatie met een vaste huisarts bij aan de gezondheid van patiënten?

De epidemie van COVID-19 gaat maar niet liggen. Telkens als het virus lijkt te landen op de baan van sociaal geïntegreerde infecties, komt er een doorstart en stijgen de besmettingen in een rotvaart naar omhoog. We hebben al enkele landingspogingen achter de rug, maar zelfs de bekwaamste virologen/epidemiologen en geëngageerde beleidsmakers kunnen vanuit de controlekamer blijkbaar geen definitieve landing in gang zetten.

Deze observationele ‘real life studie’ toont duidelijk het beschermend effect aan van de vaccins van AstraZeneca en Pfizer tegen infecties met de deltavariant van SARS-CoV-2. Dit onderzoek geeft echter geen antwoord op de duur van deze bescherming na de laatste inenting.

Als academica, vervolgens als politica bij Agalev/Groen en tegenwoordig opnieuw als academica en voorzitter van de Bond Beter Leefmilieu (BBL) is Vera Dua al decennialang een bevoorrechte getuige van wat er inzake milieu en klimaat reilt en zeilt in Vlaanderen, België en de wereld. In die jaren zag ze zowel positieve als minder positieve evoluties.

Op dinsdagochtend, tijdens de consultaties in het asielzoekerscentrum, ontmoet ik Brahim. In zijn dossier lees ik dat hij tijdens zijn vluchtroute van Noord-­Afrika naar België van een hoge muur is gesprongen en daarbij een van zijn ruggenwervels heeft gebroken.

Sjarel is één van de weinige patiënten die ik al kende voor ik mijn studies geneeskunde startte. Ooit was hij als kind mijn buur, in de stad waar mijn wieg stond. Later werd hij mijn mentor voor en bij de aanvang van de zeven jaren aan de unief. Het was niet alleen de anatomie en fysiologie die we deelden, maar ook voetbal. Elk jaar gingen we een paar keer naar de Rode Duivels kijken, toen nog een bescheiden clubje.