Menu

De ‘Compassionate Cities’ willen weg van de individuele aanpak om met rouw en verlies om te gaan. Deze steden, gemeenten of gemeenschappen organiseren lokale opvang voor inwoners die het wat moeilijker hebben. Hoe kunnen huisartsen en eerstelijnszones hierin mee ondersteunen?

Mensen hebben minder tijd om zorg op te nemen, terwijl de zorgnood almaar toeneemt. Als de zorgnood toeneemt, neemt echter ook de druk op de ‘zorgers’ toe en daarmee ook de zin en tijd om zorg te verlenen. Het verdelen van de ‘mantelzorgtaken’ tussen verschillende personen is een maatschappelijke trend ontstaan uit noodzaak. We spreken van een ‘mantelzorggroep’ wanneer een zorgbehoevende twee of meer mantelzorgers heeft die samenwerken om voor hem/haar te zorgen.

Het woonzorgdecreet omschrijft een mantelzorger als volgt: “De natuurlijke persoon die vanuit een sociale en emotionele band één of meer personen met verminderd zelfzorgvermogen, niet beroepshalve maar meer dan occasioneel, helpt en ondersteunt in het dagelijkse leven.”

Op 29 februari, de laatste dag van februari, vindt traditioneel de Rare Disease Day plaats. Deze dag vraagt aandacht voor ongeveer 5% van de bevolking die met een zeldzame aandoening te kampen heeft. Een eenvoudige tool, de ‘FAMILY GENES’, kan artsen aanzetten een zeldzame ziekte sneller op te sporen.

Een jong koppel komt op raad­pleging. De vriendelijk uitziende man en vrouw nemen plaats op de houten klapstoeltjes, die we wegens coronamaatregelen hebben geplaatst omdat ze makkelijk te ontsmetten zijn. Vervolgens opent de dame haar handtas, waaruit ze twee stukken verfrom­meld keukenpapier haalt.

Vier broers wonen ongehuwd samen in het ouderlijke huis: Patrick, Rudy, Jacques en Serge. Ze lijken wel de Daltons, maar zijn eerder simpel dan venijnig. De vier broers leven allemaal van een uitkering. Eén doet de boodschappen, de ander is de ‘huismeid’. Eén de financiën en dat is heel wat.

Tussen de nood aan een goede eerstelijnszorg voor migranten en vluchtelingen en literatuur als leidraad bestaat er een grote afstand. Die afstand probeert dit boek te overbruggen. Het omvat een compilatie van artikelen geschreven door eerstelijnsspecialisten van over de hele wereld, waarbij wordt nagestreefd om alle onderwerpen over ‘migrant health’ te laten passeren.

Het boek ‘Family medicine, the classic papers’ is een samenstelling van interessante en belangrijke papers in de huisartsgeneeskunde gepubliceerd tussen 1894 en 2015. De samenstellers zijn Michael Kidd, Iona Heath en Amanda Howe, allen huisartsen actief bij WONCA, de wereldorganisatie voor huisartsen. WONCA bestaat sinds 1972 en is actief in meer dan 160 landen. Het werkt samen met de WGO op vlak van huisartsgeneeskunde.

Dit boek werd geschreven naar aanleiding van de dertigste verjaardag van de oprichting van het eerste palliatieve thuiszorgteam en gaat over de totstandkoming, het blijvend belang en de toekomstperspectieven van de palliatieve thuiszorg. Met getuigenissen van artsen, verpleegkundigen en mantelzorgers van vroeger en nu wordt een mooi verhaal verteld dat intrigeert en inspireert.

Enkele jaren geleden op de ‘Dag van de Huisarts’ zag ik tijdens de pauze alleen maar mensen die met elkaar druk in gesprek waren. Nergens meende ik een groepje te ontwaren waarin ik mij zou kunnen voegen. Uiteindelijk keerde ik naar het auditorium terug om het jongste nummer van Huisarts Nu te lezen.