Menu

Tetanus en difterie zijn ziekten die in de westerse wereld vrij zeldzaam zijn geworden dankzij een goed vaccinatiebeleid. Desondanks zijn het aandoeningen met een vrij ernstige morbiditeit en mortaliteit, zelfs met de huidige beschikbare behandeling.

Case-finding betekent dat een hulpverlener op eigen initiatief bij een persoon die niet naar een preventief onderzoek vraagt, een test uitvoert om een aandoening te zoeken die geen verband houdt met de reden van contact.

Preventie is een vast onderdeel geworden van de praktijkvoering van de meeste Nederlandse huisartsen. Sinds de start van het LHV/NHG-project "Preventie: maatwerk" eind 1995 doen steeds meer huisartsen aan programmatische preventie. Dit artikel gaat in op de inhoudelijke en praktijkorganisatorische voorwaarden voor preventie in de huisartspraktijk en op de implementatiestrategie. Ter illustratie van de methodiek van "programmatische preventie" wordt dieper ingegaan op de organisatie en uitvoering van de influenzavaccinatie.

Influenza wordt in epidemiologische termen nog steeds omschreven als een aandoening met hoge morbiditeit en lage (relatieve) mortaliteit.

Een neuraalbuisdefect ontstaat door een fout in één of meer van de opeenvolgende stadia in de embryonale ont­wikkeling van het centraal zenuwstelsel, meestal optredend tussen de derde en zesde zwangerschapsweek. Ge­volg hiervan is een open (90%) of gesloten ( 10%) neuraal­buisdefect.

De resultaten van de West Of Scotland Coronary Prevention Study (WOSCOP) betekenden een door­braak in de primaire preventie van hart- en vaatziekten: een cholesterolbehandeling met een statine bleek tot minder infarcten te leiden. Collega T. Christiaens plaatste bij deze studie enkele kanttekeningen (" De WOSCOP, een andere ziekte uit Groot-Brittannië"? Huisarts Nu 1996; 25: 270-2). Waar ­ligt bijvoorbeeld de grens: moeten voortaan alle patiënten met een cholesterol boven 250 mg/dl met een statine worden be­handeld? Dit zou tot een enorme kostenexplosie leiden. Prof. dr. Muls van het Leuvense...

In het Verenigd Koninkrijk is facilitation of huisartsenbegeleiding al enkele jaren een vast begrip in artsenkringen. De facilitators werken er over het hele land en begeleiden de huisartsen bij het optimaliseren van hun preventieve activiteiten. Werkt facilitation ook in Vlaanderen? Om dit na te gaan, werd een project opgezet rond. huisartsenondersteuning bij kankerpreventie. Gedurende een jaar werden 25 huisartsen gevolgd en begeleid door een facilitator. Na afloop werd gepeild naar hun ervaringen.

Zowat tien jaar geleden werd in het Verenigd Koninkrijk het facilitation-model ontwikkeld om huisartsen te ondersteunen bij het aanbieden van preventieve geneeskunde. In 1994 werd een proefproject opgestart om deze techniek in Vlaanderen te introduceren en om het oorspronkelijke model aan het Vlaamse gezondheidssysteem aan te passen. In dit artikel wordt ingegaan op de rol van de facilitator of begeleider en worden de voor- en nadelen van deze methode besproken.