Menu

Griep is vooral gevaarlijk voor kleine kinderen en ouderen, maar schoolkinderen verspreiden het virus het gemakkelijkste. Influenzavaccins werken efficiënter bij schoolkinderen dan bij ouderen.

Naast vaccinatie om griep te voorkomen kunnen antivirale middelen ingezet worden om seizoensgriep te behandelen. Hierbij gaat het vooral om de nieuwere neuraminidaseremmers. Deze antivirale middelen zijn pas zinvol als influenza A of B in de omgeving aangetoond is. In deze richtlijnen wordt samengevat in welke omstandigheden men neuraminidaseremmers het best voorschrijft. Uitgebreidere informatie hierover is terug te vinden in het rapport ‘Antivirale middelen bij seizoensgriep en grieppandemie. Literatuurstudie en ontwikkeling van praktijkrichtlijnen’ van het Federaal Kenniscentrum voor de...

In Europa wordt griepvaccinatie aanbevolen aan ouderen boven de 65 jaar en groepen met een verhoogd risico. Meestal dient de huisarts het vaccin toe. Tussen de verschillende Europese landen, waaronder Nederland en België, blijkt een grote variatie te bestaan in vaccinatiegraad. In 2000 onderzochten de auteurs de impact van Nederlandse en Belgische vaccinatiestrategieën in één groepspraktijk aan de Belgisch-Nederlandse grens. Zij observeerden belangrijke verschillen in het vaccinatiegedrag van beide gemeenschappen.

Uit een behoefteonderzoek bij LOK’s uit 1997 blijkt dat moderatoren nood hebben aan meer ondersteuning bij het uitvoeren van hun taak. In 2000 werd in drie LOK-groepen een actieonderzoek gehouden. De bedoeling ervan was om de moderatoren via intervisie te ondersteunen en om de leden van de participerende LOK’s te helpen om de organisatie van griepvaccinatie in de praktijk te verbeteren. Uit de resultaten blijkt dat een goede moderator op een juiste manier met weerstanden moet omgaan, de groep moet sturen naar consensusvorming en inzicht moet hebben in feedback- en evaluatietechnieken. Een...

Sinds mei 1999 kan de huisarts dankzij de invoering van het Algemeen Medisch Dossier patiënten persoonlijk en schriftelijk uitnodigen om deel te nemen aan preventieactiviteiten, zoals de jaarlijkse influenzavaccinatie. Volgens de literatuur zou het persoonlijk aanschrijven leiden tot een groter bereik van de doelgroep. Om dit na te gaan deed een huisartspraktijk een onderzoek naar de invloed van het persoonlijk aanschrijven op de vaccinatiegraad bij haar patiënten boven 65 jaar en patiënten tussen 60 en 65 jaar met verhoogd risico op complicaties. In totaal werden 113 patiënten geselecteerd...

Huisartsen hebben in 10 tot 15% van hun raadplegingen te maken met acute lucht­weginfecties (ALI).

Kristien vertoont alle symptomen van een bacteriële luchtwegeninfectie, maar medicatie helpt niet. Welke denkpistes kan de huisarts dan volgen en hoe zeker moet hij/zij zijn om een diagnostische drempel of actiedrempel te durven nemen? Wanneer verwijst hij/zij en hoe zeker is men op de andere echelons? Deze casus, genomineerd voor de GlaxoWellcome-wedstrijd 1996, neemt de huisarts mee op een (blijvende) zoektocht naar de Waarheid.

De literatuur in verband met influenza leert heel wat over de epidemiologie van deze aandoening, doch over de epidemiologie van het vaccineren zelf zijn heel wat minder studies verricht. Daartoe registreerden een aantal huisartsen gedurende een periode van vier maanden gegevens in verband met de jaarlijkse griepvaccinatie. Risicocategorieën, motivatie en leeftijdsverdeling komen in de studie ondermeer aan bod.

Weekrapport. toestand op 5 april 1992 (week 14)